Nagenoeg compleet: het oude weblog Rusland veraf en nabij.

Op 24 oktober 2008 begon ik met mijn weblog Rusland veraf en nabij. Ruim vijf jaar en 772 stukjes later zette ik er daar een punt achter. Mijn blog verhuisde naar een nieuwe plek en werd omgedoopt in Rusland in woord en beeld – en belandde op de site waar u zich nu op bevindt.

Nagenoeg alle artikelen van het oude blog zijn meeverhuisd naar deze nieuwe plek – u vindt ze hieronder, in aflopende volgorde: hoe verder omlaag, hoe ouder het artikel. Boven elk stukje staan twee data: tussen haakjes de datum van de eerste publicatie (op het oude weblog), en daarbij de datum van de hernieuwde plaatsing op Rusland in woord en beeld.

Wanneer ik bij de verhuizing van zo’n oud stukje een schrijffout tegenkwam, is die verbeterd. Een enkele foto bleek plots onverplaatsbaar en onvindbaar, die heb ik vervangen. Reacties onder de artikelen zijn - op een enkele uitzondering na - niet meeverhuisd. Dat bleek onbegonnen werk. 

Leest u vooral even de uitleg over het gebruik van de trefwoorden. Anders mist u mogelijk een hoop.

De roebel krijgt eindelijk een officieel symbool - maar welk?

(Eerste publicatie: 22-11-2013)

roebelsymbool roebelteken robel symbool teken

De Russische roebel krijgt een nieuw symbool. Of nee, dat zeg ik verkeerd – de Russische roebel krijgt eindelijk een symbool. Want in tegenstelling tot de dollar en de euro moet de munteenheid van Rusland het nog altijd zonder eenduidig tekentje stellen.

Ja, je komt vaak руб. (roeb.) tegen en ook een hoofdletter P (dat is de Russische R) zie je vaak staan, met een streepje door de poot, maar dat zijn initiatieven van onderaf, die nooit officieel zijn goedgekeurd door de centrale bank.

Al sinds het midden van de jaren negentig wordt er gesproken over een echt symbool voor de roebel. Sinds 2006 is er een wet die de invoering ervan mogelijk maakt. Deze maand besloot de centrale bank de koe bij de horens te vatten. Er werden vijf mogelijke varianten gepresenteerd waar op gestemd mag worden. Dit zijn de vijf op een rijtje:

symbool roebel roebelteken Rusland valuta geld

Eén van deze varianten heeft inmiddels een ruime voorsprong, maar welke precies, dat wil de bank niet zeggen. Het is ook niet zo dat de meeste stemmen gelden. De bank is vooral geïnteresseerd in de commentaren, want mocht een van de symbolen beledigend zijn voor gelovigen of met racisme in verband te brengen zijn, dan valt die natuurlijk af.

Op de site van de bank waar de symbolen worden gepresenteerd, staan ook enkele van de commentaren. Over de tweede variant (tweede van links) merkt iemand op dat deze al veel wordt gebruikt. Ik vermoed ook dat deze variant tot nu toe de meeste stemmen heeft gekregen. Bij variant drie zegt iemand: “Duidelijk wat hier wordt bedoeld, niet alleen voor Russen, maar ook voor buitenlanders”. Wat ik waag te betwijfelen.

Variant vier “lijkt het minst op de Amerikaanse dollar en de euro”. Iemand anders merkt hier op: “Simpel en begrijpelijk. Py – betekent roebel. Russische letters”. Wat ik ook betwijfel, want voor een buitenlander staat daar gewoon Py. Bij variant vijf (mijn favoriet) staat: “Sierlijk en elegant, en tegelijkertijd agressief en dreigend”. Als pluspunt wordt ook aangevoerd dat dit symbool duidelijk afwijkt van de P op een parkeerbord.

Een onderschat probleem is misschien nog dat het symbool van de roebel te vinden zal moeten zijn op een cyrillisch en latijns toetsenbord. Ik beschik over beide, maar heb het niet gevonden. Een zoektocht met behulp van control-alt leverde wel dit tekentje op: ® . Maar dat staat dan weer niet bij die vijf voorgestelde varianten. 

En hier nog mijn indrukwekkende verzameling roebelbiljetten uit de Sovjetunie. Ik heb ook nog een mooi biljet van 50 gulden.

roebels Sovjetunie biljetten Rusland valuta

Voetbalcommentator Vasili Oetkin imiteert een Russische stadionspeaker. Met dank aan Higuaín en – vooral – Decibel Bellini.

(Eerste publicatie: 17-11-2013)

Vasili Utkin voetbal verslaggever commentator Russische

Het zal u ontgaan zijn: in de Championse Leaguewedstrijd Napoli – Olympique Marseille, eerder deze maand, scoorde Higuaín de 3-2 voor de thuisploeg. De Italiaanse speaker aan de zijlijn ontging het beslist niet. Hij heet Decibel Bellini – ik neem maar aan dat dat z’n bijnaam is.

Luistert u even naar hem, het duurt maar 45 seconden:

De wedstrijd werd in Rusland uitgezonden. Die Decibel Bellini, er was ook in de Russische huiskamer geen ontkomen aan. Zie het filmpje hieronder. Aardig is, dat de commentator (Vasili Oetkin) meneer Decibel al van verre hoort aankomen en hem aankondigt. Vasili Oetkin vindt die Decibel Bellini wel een leuk type:

- Het woord is aan u, signor Decibel Bellini. Nou, waar blijft u? Zeker afgeleid of zo. Hier, hier, luistert u hoe dat in Italië gaat.

Wanneer meneer Decibel is uitge .., eh, … sproken, richt Oetkin zich tot de kijker, die hij keurig bij de les houdt. (“En om te zorgen dat u zich weer in Rusland voelt:...”) Waarna hij afsluit met een vrij dodelijke imitatie van de gemiddelde speaker in een Russisch stadion: “… Напоминаю вам порядок выхода с трибун / De volgorde waarin u de tribunes dient te verlaten, is als volgt.”  Die intonatie … perfect: [het filmpje is hier niet meer te plaatsen, het is hier te zien - en te horen.) 

Joodse liedjes in Vinnitsa, zomer 1946 – herinneringen aan de naoorlogse jaren in de USSR, verzameld door Ljoedmila Oelitskaja - 2

(Eerste publicatie: 13-11-2013)

De bevrijding van Vinnitsa

De bevrijding van Vinnitsa

Mark Ptitsjnikov vertelt: “In de zomer van 1946 woonden we in Vinnitsa”.

Vinnitsa en de Tweede Wereldoorlog … Soms, vertelt Mark, hing er een zware stank boven de stad, dan was er weer een massagraf blootgelegd. De Duitsers waren begonnen met de joden en de zigeuners, daarna waren de krijgsgevangenen en de geestelijk gehandicapten aan de beurt en de ‘gewone’ burgers die de strenge regels van de bezetter hadden overtreden.

Het verhaal van Mark Ptitsjnikov staat in Detstvo 45-53: a zavtra budet sjtsjastje (Kinderjaren 45-53: en morgen zal er geluk zijn), een bundel herinneringen, bijeengebracht door de schrijfster Ljoedmila Oelitskaja. Het boek geeft een bont beeld van het kinderleven in de naoorlogse Sovjetunie. Het waren moeilijke jaren met honger en schaarste, vermengd met blijdschap over het einde van de oorlog en optimisme over de nabije toekomst.

De diverse verhalen beslaan hooguit een paar pagina’s, wat het boek nogal fragmentarisch maakt; een kaartenbak aan persoonlijke herinneringen. Die zijn stuk voor de stuk de moeite van het boekstaven waard, maar regelmatig denk je: hier zou een echte schrijver mee aan de slag moeten gaan - Oelitskaja bijvoorbeeld.

Enkele verhalen springen uit de kaartenbak naar voren. In mijn vorige stukje schreef ik al over de kindermeisjes van Omsk. Ook de herinneringen van Mark Ptitsjnikov over het Vinnitsa van na de oorlog springen eruit.

Oelitskaja, boeken Rusland Sovjetunie literatuur memoires

De overlevenden in Vinnitsa pakken na de oorlog de draad weer op, zo goed en zo kwaad als dat gaat. “De mensen gingen aan de slag en ontleenden vreugde aan kleine dingen." Maar wanneer Duitse krijgsgevangenen, die de puinhopen moesten opruimen, voorbijkomen, doet Marks vader trillend van haat het raam dicht.

Op een avond verzamelen zich buren van rond de binnenplaats voor een bescheiden feestdis. Ze hebben de oorlog overleefd, maar zijn allen beschadigd. De Radzinski’s, die als door een wonder de bezetting hebben overleefd en een jochie, half-Pools, half-joods, voor de SS en de Oekraïense politie hebben verborgen. Een oud joods echtpaar, op tijd gevlucht en net terug uit de evacuatie, maar zonder hun zoon die een maand voor het einde van de oorlog in Duitsland is gesneuveld. Een Pool die hier zijn hele familie heeft verloren terwijl hij zelf aan het front vocht.

Dan wordt er aangeklopt. Voor de deur staat een joods orkestje: twee volwassen muzikanten met een klarinet en accordeon en een opgeschoten jongen met een pionierstrommel. Ze spelen hun muziek en de tafel zingt mee: Itzik zjenitsya, Sem-sorok, Svadby Sjneerzona, Zjyl-byl na Podole Chaim Sjik …

Ik heb gezocht, want wat had ik graag die liedjes laten horen in een uitvoering dicht bij wat er die zomeravond in 1946 in het zich oprichtende Vinnitsa moet hebben geklonken. Helaas, ik heb niets gevonden wat ook maar in de buurt komt. Wel veel kitsch met synthesizers en popdreunen. Hier een uitvoering van Sem-sorok die nog enigszins draaglijk is. Een hele, hele verre echo van Vinnitsa in 1946 uit het verhaal van Mark:


Hier een korte (Russischtalige)  toelichting van Oeltiskaja op haar boek:


Hier deel 1.

Kindermeisjes in Omsk – herinneringen aan de naoorlogse jaren in de USSR, verzameld door Ljoedmila Oelitskaja - 1

(Eerste publicatie: 10-11-2013)

Stalingrad, 1945

Stalingrad, 1945

Anna Levina vertelt: “Toen ik klein was, verhuisden we uit de grote en heel mooie stad Leningrad  naar Siberië, naar de stad Omsk”.

Zo begint een van de vele kleine hoofdstukjes met herinneringen aan de naoorlogse jaren in de Sovjetunie, verzameld door schrijfster Ljoedmila Oelitskaja. Ze zijn uitgebracht onder de titel Detstvo 45-53: a zavtra budet sjtsjastje (Kinderjaren 45-53: en morgen zal er geluk zijn).

Ljoedmila Oelitskaja

Ljoedmila Oelitskaja

Anna Levina vertelt hoe haar ouders, beiden met een drukke baan, in Omsk op zoek moeten naar een kindermeisje voor haar en haar broertje. Maar wie wil de zorg op zich nemen voor twee vreemde kinderen? Alleen vrouwen die in een uitzichtloze situatie zijn beland, bijvoorbeeld omdat ze geen papieren hebben. Daarvan zijn er in de naoorlogse jaren in Siberië talloze: gevlucht uit de kolchoz, Tataren, Oekraïense Benderovtsy, Duitsers en oudjes die geen kant meer op kunnen. Anna’s vader is forensisch arts, werkt dus “bijna bij de politie” en kan via zijn connecties de vertrapten en verdrevenen aan een paspoort helpen. Aan kandidaten voor de post van kindermeisje in zijn gezin is dan ook geen gebrek.

Meestal, zo herinnert Anne zich, had het gelukkige kindermeisje na anderhalve maand niet alleen het gedroomde paspoort, maar na enkele bezoeken aan de officiersclub van Omsk ook een echtgenoot. En dan moest er een nieuw kindermeisje worden gevonden. 

Zo is daar de Tataarse Ljoetsija, zus van Revo, opgegroeid – u leidde dat al af uit beide voornamen – in een gezin waar men de Leninistische beginselen was toegedaan. Wat geen garantie bleek tegen verbanning naar Siberië. Loetsija is gek op Anna’s vader: een jood met het gezicht van een zuivere Tataar. Maar haar familie stuurt een Tataarse bruidegom op haar af en dat betekent: exit Loetsija.

Na Loetsija kwam Noesja, door Anna’s moeder gevonden op de markt, waar ze aardappelen stond te verkopen. De kleine Anna is gek op Noesja. “Ze rook naar brood, melk en rust”. Anna’s vader is het zat om voor paspoortafdeling te spelen, maar strijkt voor Noesja nog één keer met de hand over het hart. Dan, op een morgen, deelt de radio mee dat Stalin is gestorven. Noesja wordt hysterisch en keert na drie dagen terug naar haar dorp.

Dan komt de Oekraïense Marija Stepanovna uit Bender. Anna’s vader vindt haar ergens in een dorp waar hij als forensisch arts een moord moet onderzoeken. Marija Stepanovna is de vrouw van een veroordeelde Benderov-bandiet en maakt zich bij iedereen erg geliefd. Wanneer echter blijkt dat zij wel een glaasje lust en ook de kleine Anna af en toe trakteert, is het exit Marija Stepanovna.

Dan komt nog de Duitse Gotlibovna (“Die zag eruit of ze honderd was.”), die weer wordt opgevolgd door een zekere Kornilovna, die “boven iedereen uitstak als een brandtoren”. Op een avond spreekt Anna’s kleine broertje plots de eerste volzin van zijn leven uit: “Sla je vool je halses – sâje lelen” (Щас дам в молду – будешь знать!”). Het is duidelijk wie de kleine dat zinnetje heeft geleerd en het is exit Kornilovna.

“Daarna keerden we terug naar Leningrad, kindermeisjes namen we niet meer aan, op mijn broer werd voortaan gepast door oma, mama’s mama.”

Zou Ljoedmila Oelitskaja, die zo vloeiend ingewikkelde familiegeschiedenissen kan neerzetten, bij de herinneringen van Anna Levina niet gedacht hebben: Over dat gezin moest ik maar eens een boek schrijven? 

Meer over de door Oelitskaja verzamelde herinneringen aan de naoorlogse Sovjet-jaren in mijn volgende stukje.

Hier deel 2.

Het mooiste Russische ongeluk sinds tijden: geen slachtoffers en vooral: geen paniek!

(Eerste publicatie: 4-11-2013)

Voor wie een weblog over Rusland bijhoudt, zijn ze een goudmijn: de cameraatjes in Russische auto’s die alles registreren wat er op de weg gebeurt. Toch maak ik er spaarzaam gebruik van.  

De cameraatjes zijn vooral bedoeld als wapen tegen inhalige agenten, belust op wat extra inkomsten, maar het zijn toch vooral ongelukken die op het net belanden. Ongelukken in alle soorten en maten, met en zonder rondvliegende slachtoffers – voor mij hoeft het niet zo.

Tenzij … er iets vrolijks of opmerkelijks plaatsvindt of wanneer er in taalkundig opzicht nog wat te genieten valt – maar ook dan: alleen wanneer er geen slachtoffers vallen. Onderstaand filmpje (ik kwam het tegen via een tweet van Olaf Koens: @obk) voldoet ruimschoots aan deze criteria:

De aanloop naar het hoogtepunt (dat begint op 0.47) mag er al zijn. De heren in de auto praten over een recent genoten, voedzame maaltijd, met op het menu spek en brood, salo en chleb, het eerste en het derde woord dat u hoort. Deze drie woorden worden in een perfecte cadans afgewisseld met een vloek: b***. We horen dus: Salo b***! Chleb b***! … Het aandeel onwelvoeglijk taalgebruik bedraagt na drie seconden dus exact 50 procent. Ik heb de score voor de rest van het filmpje niet bijgehouden, maar die blijft indrukwekkend.

Helaas, ik versta niet alles. Volgens mij is er voor de maaltijd ook nog iets geslacht, in ieder geval moest er na afloop iemand naar huis worden gebracht, ene Rajsa, woonachtig op de Popovstraat 14. Wat er verder die dag zoal heeft plaatsgevonden, komen we niet te weten, want daar is de vangrail, en even later het water.

En vanaf 0.49. klinkt dan een conversatie, omwille waarvan ik u dit ongeluk niet wilde onthouden. “Daar zijn we dan” (een vrije vertaling van priechali). “We varen”, constateert een van de inzittenden. “We varen’, bevestig een ander onaangedaan. “Waarheen varen we?” klinkt een vraag. “Naar de kant”, klinkt het antwoord. Geen speld tussen te krijgen.

In de laatste zin wordt, meen ik, gezegd: “Niet aan het stuur zitten”. Als iemand een transcriptie kan leveren, ook graag van de conversatie voorafgaand aan het ongeval, ik houd me aanbevolen. Aardig om te zien is trouwens nog dat de ruitenwissers al aan de slag gaan, nog voordat het water is bereikt. Die zagen de bui al hangen, natuurlijk.

(Wie zich wil verlustigen aan ongelukken op de Russische wegen, kan terecht op deze site.)

Kleine quiz: kunt u in dit overzichtje van Russische vlaggen de echte van de verzonnen vlaggen onderscheiden?

(Eerste publicatie: 28-10-2013)

Russische vlaggen

Ik heb al eens iets geschreven over een paar prachtige Russische stads- en provincievlaggen. Over die van Magnitogorsk bijvoorbeeld (zie nummer 2 op het lijstje hieronder), waarbij je de neiging krijgt om op het zwarte driehoekje te drukken en dat er dan een filmpje begint.

Het zwarte driehoek is het symbool van ijzererts. De aanwezigheid van die delfstof was in 1929 de reden voor de stichting van de stad.

En ik had het idee om een verzamelingetje aan te leggen van dat soort vlaggen en er dan een stukje over te schrijven. Maar dat hoeft niet meer – het is al voor me gedaan, en nog in een  aardige vorm ook: een kleine quiz. Bestaan de vlaggen hieronder echt of zijn ze verzonnen?  Ik vond de quiz hier, ik neem hem in z’n geheel over, inclusief de Engelse onderschriften. Helemaal onderaan staan de antwoorden. Die van Magnitogorsk had ik (en u nu ook) natuurlijk goed. Ik herkende er nog drie, de rest heb ik gegokt. Mijn score: tien goed!

1. Pskov. In western Russia’s version of the Sistine Chapel, God’s hand extends from its ruffled cloud-sleeve in order to pat a prancing leopard on the stomach.

 

 

 

 

vlag wapen Magnitogorks

2. Magnitogorsk. The avant-garde legacy of Malevich’s Black Square meets the industrial might of Stalin’s Soviet Union in this exquisitely severe flag, which represents the mountain of pure iron ore that first lured metalheads to this distant outpost.

 

 

 

3. Sjimanovsk. Train tracks (not ladders!) mean everything to the Far Eastern town of Shimanovsk, which was founded when the Amur railway rolled by in 1910. So they put them on their flag.

4. Tsjeljabinsk (regio). Nature’s least cuddly and most thick-skinned beast is a surprisingly fitting symbol for the unlovely Chelyabinsk Region, capturing as it does the unique charms of this heavily polluted corner of the Urals.

5. Anadyr. In Russia’s toxic political climate it is heartening to see a flag that celebrates the tender, non-traditional love of a smiley bear and a fish. Well done, Anadyr, an oasis of tolerance in distant Chukotka.

6. Penza (regio). The wide availability of Photoshop has transformed the world of flag-making, for instance empowering the pious people of Penza to marry an ancient icon and an 8-bit lemon’n’lime palette to create a spooky floating Jesus-head.

7. Mirny. The Siberian town of Mirny is famed, above all, for the enormous hole that lurks outside the city. The big pit does have a purpose though: it is, or was, full of sparkly diamonds. But, having seen the flag, you already knew that.

8. Zjeleznogorsk. Why is that angry hula-hooping bear trying to peel that enormous hard-boiled egg? Because he’s the symbol of Zheleznogorsk, a closed Siberian city founded in 1950 to develop weapons-grade plutonium and, it seems, to train super-strong bears to physically rip atoms apart.

9. Moemra. The marvellously named Mumra is famed for its high-quality ball-bearings. Not really: these gorgeous globules are actually caviar, served heraldry style, in honour of the Caspian town's major export. And that's their doting mother sturgeon in the corner.

10. Irkoetsk. This is what Mondrian’s nightmares looked like. Nice geometrical shapes, strong primary colours, and a terrifying black tiger devouring a bright red sable. Although, frankly, the beady-eyed predator looks more frightened than anyone.

sabeldier wapen Irkoetsk Siberië

11. Sjoeja. Another strong geometrical entry. That comely cuboid, glistening like an individually wrapped butter portion, actually symbolises a bar of soap. Obviously. Back in the 18th century the tiny town of Shuya grew filthy rich on filthy Russians and wasn’t shy about advertising the fact.

12. Komsomolsk aan de Amoer. Komsomolsk-on-Amur was built by the volunteer labour of young communists. If this jaunty chap is anything to go by, they had a whale of a time.

13. Kimoski (district). A pleasing fusion of the Iraqi flag and a tie-dye-wearing teenager’s poster collection. Yes, that’s right, those are three cannabis plants. Back in the 18th century, this area near Tula was Russia's golden triangle of dope production.

14. Tsjeljabinsk. Even more powerful than the flaming space-rock itself was the wave of comet-fever that hit Chelyabinsk this year. The delirious citizens even went so far as to put it front and centre on the city flag.


-----------------------------------

De volgende vlaggen zijn verzinsels: 3, 7, 9 en 14. Dit zijn de echte:

3. Sjimanovsk. Shimanovsk would never be content with such a drab flag. This, according to Wikipedia, is their coat of arms.

7. Mirny. Those boring bureaucrats at Mirny town hall wouldn't know their elbows from their vast holes. This is the real one.

9. Moemra. Don't be ridiculous: Mumra doesn't have a flag. But you can find a crest for the surrounding region that's ripe with potential.

14. Tsjeljabinsk. Sanity has prevailed and they've stuck with the noble and implacable camel, this time posing in front of a wall.


Over de vlag van Anadyr (nummer 5) wordt nog gezegd: ... our interpretation of the symbolism may not be canonical.

Hoe het eiland Valaam plots een dumpplaats werd voor Russische oorlogsinvaliden - 3

(Eerste publicatie: 21-10-2013)

Valaam oorlogsinvaliden

Was het tehuis op Valaam een soort gevangenis? Het werd in 1984 gesloten, de nog aanwezige bejaarden verhuisden naar het dorp Vidlitsa – het archief verhuisde mee. Een deel daarvan is hier te raadplegen. De documenten zijn lastig te ontcijferen, ik ga af op het oordeel van blogger Michail Sizov. Van een gevangenis was volgens hem geen sprake. Valaam was voor de invaliden bepaald geen kuuroord (zie over de woonomstandigheden deel 2), maar men kón van het eiland af. In de praktijk zal dat weinig zijn voorgekomen. Wie blind is en/of beide benen mist, verplaatst zich nu eenmaal niet zo makkelijk.

Ongetwijfeld zullen oorlogsinvaliden die zich ‘schuldig maakten’ aan bedelarij, zijn opgepakt en op Valaam zijn beland. Hadden zij geen familie, dan zal de weg terug naar de stad voor hen bezaaid zijn geweest met veel obstakels. Ook wordt verhaald van invaliden die hun verwanten in de toch al zware naoorlogse jaren niet tot last wilden zijn en zelf kozen voor een bestaan op het eiland. En ongetwijfeld waren er verminkten die door hun familie op het eiland aan hun lot werden overgelaten. Dat past allemaal in het beeld van het moeizame en vaak hardvochtige leven in de USSR in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. 

Ja, er werd in 1950 plots een grote groep oorlogsinvaliden naar Valaam gebracht. Maar een massale schoonmaakactie gevolgd door een deportatie van verminkte invaliden naar het eiland? Ik beschouw het als een mythe.    

Over de hier getoonde tekeningen zie deel 1. Hier deel 2.