media

Voetbalcommentator Vasili Oetkin imiteert een Russische stadionspeaker. Met dank aan Higuaín en – vooral – Decibel Bellini.

(Eerste publicatie: 17-11-2013)

Vasili Utkin voetbal verslaggever commentator Russische

Het zal u ontgaan zijn: in de Championse Leaguewedstrijd Napoli – Olympique Marseille, eerder deze maand, scoorde Higuaín de 3-2 voor de thuisploeg. De Italiaanse speaker aan de zijlijn ontging het beslist niet. Hij heet Decibel Bellini – ik neem maar aan dat dat z’n bijnaam is.

Luistert u even naar hem, het duurt maar 45 seconden:

De wedstrijd werd in Rusland uitgezonden. Die Decibel Bellini, er was ook in de Russische huiskamer geen ontkomen aan. Zie het filmpje hieronder. Aardig is, dat de commentator (Vasili Oetkin) meneer Decibel al van verre hoort aankomen en hem aankondigt. Vasili Oetkin vindt die Decibel Bellini wel een leuk type:

- Het woord is aan u, signor Decibel Bellini. Nou, waar blijft u? Zeker afgeleid of zo. Hier, hier, luistert u hoe dat in Italië gaat.

Wanneer meneer Decibel is uitge .., eh, … sproken, richt Oetkin zich tot de kijker, die hij keurig bij de les houdt. (“En om te zorgen dat u zich weer in Rusland voelt:...”) Waarna hij afsluit met een vrij dodelijke imitatie van de gemiddelde speaker in een Russisch stadion: “… Напоминаю вам порядок выхода с трибун / De volgorde waarin u de tribunes dient te verlaten, is als volgt.”  Die intonatie … perfect: [het filmpje is hier niet meer te plaatsen, het is hier te zien - en te horen.) 

In de USSR ging het weerbericht op de tv ook een beetje over Manchester et Liverpool. Met dank aan Marie Laforêt.

(Eerste publicatie:  2-4-2013)

Marie Laforêt

Marie Laforêt

Marie Laforêt zingt hieronder over Manchester et Liverpool. Ik trof haar aan op een weblog, gewijd aan de USSR. Dat had me meteen op het juiste spoor moeten zetten. Boven het liedje op het blog stond ook nog, in het Russisch: -6 graden, bewolkt, af en toe sneeuw ….  Maar ook dat blies de mist niet weg. Een lange ochtend liep ik maar te piekeren: waar ken ik dat liedje nou van?!

Was het een cover van iets Engels? Marianne Faithfull misschien? Sandy Shaw? Iets wat ooit eens een week of wat gedraaid was op Radio Veronica en sindsdien ergens in mijn hoofd was blijven liggen, onder een steeds dikkere laag stof?



Toen viel het kwartje. Of eigenlijk de regenbui. Of de sneeuwvlok.



Ik ben nogal sentimenteel aangelegd, maar dat ik zelfs tranen in mijn ogen zou krijgen bij het weerbericht van de Sovjet-tv, nee, dat had ik nooit kunnen bevroeden. Daar keek je naar en dan zag je al die steden voorbijkomen van dat uitgestrekte land – dat niet meer bestaat. -5 in Leningrad, +15 in Alma Ata. Tallin, Tasjkent, Odessa, Voronezj … Was je in één van die steden geweest, dan herkende je het plaatje.

Het Franse origineel van Marie Laforêt verscheen in 1966 op een EP. De melodie is van Andre Popp, de tekst van Eddy Marnay. Vanaf 1968 kregen miljoenen tv-kijkers in de Sovjetunie het te horen in een bewerking van Franck Pourcel. Als achtergrond van het weerbericht werd het gebruikt tot februari 1981, en opnieuw een jaar lang vanaf de zomer van 1990. 

Waarom kozen ze in Moskou voor die Franse melodie? Ik heb daar een theorietje over. In 1967 bracht Marie Laforêt het liedje Ivan, Boris et moi uit. Dat vonden ze bij de Russische tv zo aardig, dat ze ook naar andere liedjes van haar gingen luisteren. En net rond die tijd moest er een muziekje komen voor het weerbericht…  



(De mannelijke ‘dansers’ hier zijn Jean Yanne, Sacha Distel en Serge Gainsbourg.)

In de Sovjetunie werd de melodie van Manchester et Liverpool ook bekend mét tekst, maar dan een Russische, geschreven door Robert Rozjdestvenski. Hier een variant met Lev Lesjtsjenko en Aljona Sviridova als, jawel, nieuwslezers:


Je kan de muziek ook onder bewegende beelden uit de Sovjetunie zetten. Dan krijgt het iets lachwekkends, vooral als die beelden stammen uit een tijd het origineel nog helemaal niet bestond.

div class="MsoNormal">

EXPO 1958: het Sovjet-paviljoen met Lenin, de Spoetnik en een quiz. - 3

(Eerste publicatie: 27-4-2012

De USSR zette in de jaren na de dood van Stalin voorzichtig de deuren open naar het buitenland. De aanwezigheid in Brussel was daar een voorbeeld van. In het Sovjet-paviljoen werkte een ploeg van de Russische tv. Dat was een première, het was de eerste tv-ploeg (творческая группа) die naar het buitenland werd gestuurd. Een van de leden van die groep, een zekere L. Gloechovskaja, schreef er jaren later een artikel over.  

De Moskouse tv-lui waren uiteraard zeer geïnteresseerd in de werkwijze van hun Westerse collega’s. Wat hun in België vooral opviel was de horizontale programmering, het vrijwel ontbreken van rechtstreekse uitzendingen uit theaters en de overheersende rol van het gesproken woord in de vorm van interviews, gesprekken, discussies, persconferenties en spelletjes.

De ploeg werd geacht om in het paviljoen dagelijks tussen 10.00 en 19.00 uur een uitzending te verzorgen. Handig daarbij was dat men ruim in de informatieve films over de USSR zat, die in de maanden voorafgaand aan de reis naar Brussel in urenlange sessies waren geselecteerd. Ter plekke werd besloten om toch ook wat meer leven in de brouwerij te brengen en daarbij werd het voorbeeld van de Belgische tv gevolgd. Er kwam een quiz, waarvoor de bezoekers aan het Sovjet-paviljoen zich konden aanmelden.

De vragen waren van het type: Naar wie is het internationaal muziekconcours in Moskou vernoemd waarbij de Belgische koningin Elisabeth aanwezig was? (Tsjaikovski). Welk boek is dit, uitgegeven in elf talen van de Sovjetunie, in een oplage van twee miljoen? (Tijl Uilenspiegel). De winnaars kregen Russische lakdoosjes, porseleinen beeldjes en postzegelalbums.

De tv-ploeg verzorgde ook regelmatig uitzendingen vanaf de EXPO bestemd voor het thuisfront. Gloechovskaja: “Wij waren het prototype van de toekomstige correspondentenposten.”

Behalve veel filmmateriaal beschikte men in het Sovjet-paviljoen ook over geschreven informatie: allerlei folders, brochures en boekjes over het leven in de Sovjetunie. Dat moeten er stapels zijn geweest, nog steeds zijn ze te vinden op rommelmarkten in heel België.

(De twee eerdere stukjes over het Sovjet-paviljoen in Brussel vindt u hier en hier.) 

Update: hieronder een een filmpje dat in 2013 op YouTube werd gezet, met tussen 2.36-3.55 uitgebreid aandacht voor het Sovjet-paviljoen. Met prachtige autos.

Hoe ik oplichter Boris Abarov leerde kennen en met kalasjnikovs in de trein zat - 3

(Eerste publicatie: 14-10-2011)

Ter afsluiting van mijn stukjes over soldaat Boris en soldaat Felix wat herinneringen van direct betrokkenen. (Deel 1 en 2 vindt u hier en hier.)

Dini Bangma (ze werkt nog altijd bij de VPRO) mailde me dat het met die uniformen helemaal niet zo makkelijk was gegaan. Ze kocht er vier bij een legerdump en maakte daar twee passende exemplaren uit, wat gezien het verschillende postuur van beide heren nog knap lastig was. Op de rommelmarkt kocht ze wat Russische parafernalia om het af te maken. “Het wonderlijke was dat Felix en Boris zoooo overtuigend waren in hun uniformen, dat niemand de herkomst ervan in twijfel trok.”  

Felix Kaplan: “Ik heb in het Sovjet-leger gezeten. De verschrikkelijkste tijd van mijn leven. Maar nu was ik een acteur. De enige keer dat ik me als soldaat gedroeg, was in Eindhoven. Er kwam politie op ons af. Toen heb ik de kalasjnikovs uit elkaar gehaald, om te laten zien dat je er niet mee kon schieten. In Antwerpen was er iemand die de kalasjnikovs wilden kopen. En er was ook iemand die begon te schreeuwen: ‘Als ik zo op het Rode Plein loop, word ik naar Siberië gestuurd!’ Hij liep op een agent af, maar die zat in het complot en draaide zich om. De man pakte de agent bij de schouder, draaide hem terug en riep: ‘Ze lopen hier met geweren!’ Ik heb me regelmatig verscholen achter m’n grote pet. We moesten zó lachten!”

Radiomaker Philippe Scheltema: “Het idee ontstond na een brainstorming met Hylke Tromp, toen hoogleraar Polemologie: ‘Hoe zetten we het koude-oorlogscliché van de Sovjet-dreiging zó neer dat het publiek er zich direct mee geconfronteerd voelt en reageert’.” Volgens Philippe verloren Felix en Boris die doelstelling nogal eens uit het oog en gooiden er dan een beetje met de pet naar. “Dat gaf problemen bij de montages, het was soms een heksentoer om er een samenhangend verhaal van te maken. Hilarisch was de reactie van de Sovjet-ambassadeur. Die dreigde onze visumaanvragen af te wijzen.” 

Het bezoek aan Den Helder (zonder wapens, maar met een lege camera + gigantische telelens op de buik van Boris) eindigde op het bureau. Nadat een gepensioneerde marineman (!) de soldaten vriendelijk de weg richting haven had gewezen, ontstond er een opstootje. Philippe: “Een hysterische jonge vrouw waarschuwde de politie en De Telegraaf. De Militaire Inlichtingen Dienst werd er nog bijgehaald. Die haalden hun schouders op en vertrokken, zonder zelfs maar vragen te stellen. MISLUKTE GRAP VPRO, kopte De Telegraaf.”   

En dan Boris Abarov, de charmeur die iedereen moeiteloos om zijn vingers wond. Zijn naam kwam ik jaren later pas weer tegen in het boek Meesters, marodeurs van Hella Rottenberg. De Volkskrant-journaliste doet daarin nauwgezet uit de doeken hoe er op gewetenloze wijze gesold was met de nalatenschap van kunstverzamelaar Nikolaj Chardzjiëv, die in 1996 op 92-jarige leeftijd in Amsterdam overleed.

De collectie van Chardzjiëv, een verwoed collectioneur van Russische avantgarde, was vele miljoenen waard. In samenwerking met een Nederlands notariskantoor werd de nalatenschap door Abarov geplunderd. Aan een schimmige deal met de stichting die de collectie diende te beheren, hield de Russische emigrant (die ten tijde van zijn acteurswerk voor de VPRO de eindjes maar moeizaam aan elkaar knoopte) uiteindelijk miljoenen over, en ook de flat van Chardzjiëv in Moskou.

Zeven maanden voor de dood van Chardzjiëv was diens vrouw, Lidia Tsjaga, overleden na een val in hun Amsterdamse woning. Artikelen in de Russische pers wijzen met een beschuldigende vinger naar Abarov. Bewijzen voor moord of doodslag zijn er echter niet en tot een rechtszaak is het nooit gekomen.

Abarov vertrok naar Moskou, waar hij zijn vak van acteur weer oppakte. Ook als zanger is hij actief (u kunt hem hier [linkje werkt niet meer] horen). Of onderstaande foto in de flat van Chardzjiëv is gemaakt, weet ik niet.

Hoe ik oplichter Boris Abarov leerde kennen en met kalasjnikovs in de trein zat - 2

(Eerste publicatie: 12-10-2011)

download (3).jpg

Zo arriveerden Boris Abarov en Felix Kaplan, verkleed als Sovjet-soldaten, mét kalasjnikov over de schouder, in Antwerpen. De paus werd rond die dagen ook in de stad verwacht en de autoriteiten waren daardoor wat zenuwachtig. Voor de zekerheid liep een agent in burger mee, wat wel handig bleek. We hadden nog geen twee stappen gezet of daar stopte een politie-auto. Twee agenten sprongen naar buiten, maar werden door onze stille gerustgesteld.

Het effect van twee Sovjet-soldaten in de straten bleek boven verwachting, net als bij eerdere  opnames in Nederland. Of het nu op de lapjesmarkt in Utrecht was of op het Zeeuwse strand, hun verhaal ging er in als koek. Ze waren, zo vertelden Boris en Felix bereidwillig, na een legeroefening in Oost-Berlijn per ongeluk op de trein naar West-Berlijn gestapt en vandaar verder gereden, en nu maakten ze van de gelegenheid gebruik om maar eens een beetje rond te kijken. Vragen als (in Zeeland): “Kunnen er duikboten onder die dam door?” werden vriendelijk beantwoord. Dat ze redelijk Nederlands spraken, zelfs dat zorgde niet voor argwaan. “Ja, dat hebben ze natuurlijk in het Russische leger, prima taallessen”, hoorde ik iemand zeggen. Alleen bij de marinehaven in Den Helder – ik was er niet bij die dag - daar ging het mis. De alerte politie pakte de VPRO-ploeg op, waaraan door De Telegraaf nog een berichtje werd gewijd.

In Antwerpen werd het opeens pijnlijk. Een vrouw van een jaar of zeventig stapte op onze vrienden af. Het bleek een Russin. Mogelijk was zij in de oorlog in Duitsland beland en daarna met een Belgische dwangarbeider getrouwd. Hoe dan ook, de vrouw raakte hevig ontroerd bij het zien van haar ‘landgenoten’ in Sovjetuniform. Ze smeekte hen om mee te komen voor een kopje thee. Ik weet niet meer hoe we – het klinkt onvriendelijk – van haar af zijn gekomen, maar we waren er allemaal een beetje ontdaan van.

Het doel van de verkleedpartij was serieus: radiomaker Philippe Scheltema wilde achterhalen hoe vijandig of niet-vijandig de Nederlandse/Belgische man-in-de-straat stond tegenover het Oostblok, en dan met name tegenover de USSR. Dat bleek vooral niet-vijandig te zijn. Of het door de uniformen kwam of niet, vooral werd door de omstanders de rol van Rusland in de Tweede Wereldoorlog benadrukt. Het krediet dat de Sovjetunie daarmee had opgebouwd, bleek veertig jaar later nog lang niet opgesoupeerd.

Helaas kan ik me de diverse reacties niet meer gedetailleerd herinneren. Ik ga bij de VPRO eens informeren wat er in de archieven nog is terug te vinden van de avonturen van soldaat Boris en soldaat Felix. Dat moet een mooi tijdbeeld opleveren. Wat ik me nog wel kan herinneren is de slotzin van een bedankbriefje dat ik schreef aan de behulpzame politie van Hilversum, die ons een vergunning voor het wapenvervoer had verstrekt: “Volgend jaar hopen wij met een T34-tank voor de poorten van Den Briel te verschijnen. Mogen wij dan weer op uw hulp rekenen?”

Boris Abarov en Felix Kaplan verdwenen van mijn radar. Abarov kwam plots weer bovendrijven, toen ik in 1999 het boek Meesters, marodeurs - De lotgevallen van de collectie Chardzjiëv van Hella Rottenberg las. Zij noemt hem daarin een Russische schelm, een kleine mafioso, die geen last heeft van zijn geweten.

Hier deel 1 en deel 3.

Hoe ik oplichter Boris Abarov leerde kennen en met kalasjnikovs in de trein zat - 1

(Eerste publicatie: 9-10-2011)

Bent u wel eens met twee kalasjnikovs in uw tas de trein ingestapt? Ik wel.

Dat zat zo. Het was 1985 en ik werkte als freelancer bij de VPRO radio. Onder leiding van Philippe Scheltema maakte ik, samen ook met Joanka Prakken, een half uurtje radio. Ons programma heette Euroburo, een knipoog naar het in die tijd nog veelgehoorde woord politburo. Euroburo ging over Oost-Europa en moest – zo zag Philippe Scheltema dat -  een bijdrage leveren aan de ontspanning tussen Oost en West.

Nederland ging, wat de Sovjetunie betrof, volgens Philippe gebukt onder een grimmig vijandsbeeld. Om daar wat aan te kunnen doen, moest je eerst dat beeld duidelijk naar boven krijgen. Daar had Philippe het volgende op gevonden: je stuurt twee Russische emigranten de straat op verkleed als Sovjet-soldaten en registreert de reacties van de voorbijgangers.

Een mooi plan. De emigranten waren snel gevonden (toneelregisseur Boris Abarov en tennisleraar/schrijver Felix Kaplan) en ook het uniform was geen probleem. Maar er ontbrak nog iets. Kalasjnikovs! Twee Sovjet-soldaten in een winkelstraat met een kalasjnikov over de schouder, dan zou je de mensen pas echt aan het praten krijgen! Waar we die dingen vandaan hebben gehaald, weet ik niet meer, maar op een gegeven moment stonden er bij de VPRO twee kalasjnikovs in de kast. Ik zeg het maar meteen: namaak, maar wel zo gelijkend op echte dat we er een politievergunning voor moesten aanvragen. Je kon er niet mee schieten, maar wel mee dreigen.

De opnames waren steeds op zaterdag. Ik nam dan de wapens op vrijdag mee naar huis, om daarmee de volgende ochtend richting verzamelpunt te reizen. En zo zat ik op een mooie ochtend in de trein van Utrecht CS naar Amsterdam Amstel, met in mijn groene sporttas twee echte namaak-kalasjnikovs. Op Amstel verzamelden we, we gingen die dag met Felix en Boris straatopnames maken in Antwerpen.

Philippe Scheltema, Boris Abarov, Felix Kaplan, ondergetekende

Philippe Scheltema, Boris Abarov, Felix Kaplan, ondergetekende

Hier deel 2 en deel 3.

Everybody loves Raymond. Twitter - waarom ik niet meer zonder kan.

(Eerste publicatie: 18-3-2011)

In mijn omgeving wordt meestal meewarig gereageerd wanneer ik vertel dat ik ‘op Twitter zit’. Wanneer ik dan ook nog vertel dat ik erg enthousiast ben over Twitter, dan mengt die meewarigheid zich met ongeloof en wordt er naar me gekeken als naar een afvallige.

Ik kan niet meer zonder!

Via Twitter zijn dagelijks een boel aardige, slimme mensen voor mij aan het werk. Op allerlei manieren zijn zij verbonden met Rusland. Ze houden hun oren en ogen wijd open en melden me wat ze zoal tegenkomen. Correspondent Miriam Elder, bijvoorbeeld. Via Twitter wees ze mij vanmorgen op dit filmpje:




Dit had ik niet willen missen. Bedankt Miriam, bedankt Twitter.

Twitter wordt nog leuker zodra er sprake is van wederkerigheid. Als ook jij je oren en ogen openhoudt en anderen laat delen in wat je zoal tegenkomt. Zo kon ik míjn volgers (ik heb er al 51!) dinsdag via Twitter melden dat Estelle Gullit – en dat wil je toch weten - waarschijnlijk in Moskou gaat wonen. Dat las ik in een Russische sportkrant en dat geef je dan even door.

U leest dit nu hier voor het eerst? Een paar uur geleden stond het al op Twitter! Bij @Rusverafnabij. (Miriam Elder: @MiriamElder).

Vraagje van studenten journalistiek aan het Kremlin: Wie heeft Oleg Kasjin in elkaar geslagen?

(Eerste publicatie: 8-11-2010)

Studenten van de Faculteit Journalistiek van de Moskouse Staatsuniversiteit hebben door middel van een spandoek aan de gevel van hun gebouw (recht tegenover het Kremlin) een korte vraag gesteld: WIE HEEFT KASJIN IN ELKAAR GESLAGEN?

Het spandoek heeft er 40 minuten gehangen. Toen werd het door de bewaking verwijderd, want je mag geen spandoek ophangen aan een gebouw dat op de monumententlijst staat.

De hartekreet kwam van de initiatiefgroep Een andere Zjoerfak (Zjoerfak = Faculteit Journalistiek). Daarbij werd de volgende verklaring afgegeven:

Onze ligging is gunstig: de ramen van onze faculteit kijken uit op het Kremlin. Juist daar zitten de mensen aan wie onze vraag is gericht:” WIE HEEFT KASJIN IN ELKAAR GESLAGEN?” Wij hebben geen enkel bewijs dat die mensen rechtstreeks betrokken zijn bij wat is gebeurd. Dat weten we niet en kunnen we niet weten. Maar wij stellen dat deze aanval heeft plaatsgevonden, omdat de misdadigers ervan uitgingen dat ze niet gestraft zouden worden. Omdat nog steeds niet bekend is wie Joeri Sjtsjekotsjichina, Pol Chlebnikov, Anna Politkovskaja, Natalja Estemirova en Anastasja Baboerova hebben vermoord. Omdat in ons land alleen al sinds begin dit jaar acht journalisten zijn vermoord en enkele tientallen zijn aangevallen. Omdat journalist zijn in Rusland vandaag de dag angst betekent, een bandiet zijn die een journalist aftuigt om zijn artikelen, niet. En deze sfeer van straffeloosheid is geheel te wijten aan diegenen, die volgens de Grondwet het respecteren van onze rechten dient te garanderen. In het bijzonder het recht op de vrije verspreiding van informatie en, uiteindelijk, het recht op leven! Voor de leiding van het land, waar niet voor het eerst dergelijke afrekeningen met journalisten plaatsvinden, moet het een erezaak worden om de schuldigen van het in elkaar slaan van Oleg Kasjin te vinden en te straffen. Wij, die het beroep van journalist hebben gekozen, geven toe: wij zijn bang om in dit land ons beroep uit te oefenen, zolang deze en vergelijkbare misdaden niet worden onderzocht. Dmitri Anatolevitsj [Medvedev], hebt u een vrije pers nodig of hebt u genoeg aan twitter? Indien u een vrije pers nodig heeft, doet u er dan alles aan om een herhaling van dergelijke tragedies te voorkomen. En laat de schuldigen gestraft worden.

Initiatiefgroep Een andere Zjoerfak.

Reclame voor Newsweek waar men in Moskou de vingers liever niet aan brandt

(Eerste publicatie: 16-11-2009)

Wat een leuke reclame! Links van de handen staat: De ambtenaren hebben verantwoording afgelegd over hun inkomsten. En rechtsonder: Iedereen weet het. Wij begrijpen het.

Het is een reclameposter voor de Russischtalige Newsweek, gemaakt door reclamebureau Ark Thompson. Hier nog een paar:

In Rusland groeit net vertrouwen in de rechtbanken.

 

Het bedrijfsleven gaat over op het systeem van één loket. Deze gaat een beetje verloren in de vertaling. Het hier gebruikte woord okno betekent ook raam. Je kan dus ook lezen: Het bedrijfsleven gaat over op het systeem van één raam (met tralies ervoor).


De goud- en valutareserves zijn voorlopig voldoende.


Niet iedereen vond deze reclame-uitingen even geslaagd. In de metro van Moskou en Sint-Petersburg werden ze verboden. News Outdoor, marktleider in billboards boven de grond, wilde ze niet hebben op de bushaltes. “We hebben geen plekken vrij”, kreeg Newsweek te horen. Het reclamebedrijf van de metro verschool zich achter regel 6. punt 5. van de Wet op de Reclame, die het gebruik verbiedt van “scheldwoorden, onfatsoenlijke en beledigende beelden, vergelijkingen en uitdrukkingen”. De reclames met de handen verschenen daardoor alleen op de vliegvelden Sjeremetevo, Domodedovo en Pulkovo en op zes plasma-schermen in Moskou.

Eén Newsweek-reclame werd nog wel toegelaten in de metro. Het is – niet toevallig - de minste van de vijf. Rusland maakt een goede kans op het wereldkampioenschap voetbal: