nationalisme

Moskou, Loezjniki, 23 februari 2012. Presidentskandidaat Poetin spreekt: Sterven voor Moskou! Wie tegen ons is, verraadt het Vaderland!

Eerste publicatuie: 23-2-2012)

Commentator Matvej Ganapolski laat op de site van radiostation Echo Moskvy zijn licht schijnen over de toespraak van premier en presidentskandidaat Poetin, vandaag in het Loezjniki stadion te Moskou. Hieronder een vertaling. (Het origineel staat hier.):  

In het bekende mopje komt Kameraad Stalin in de oorlog een generaal tegen en vraagt telkens: “U hebben ze nog niet doodgeschoten? Vreemd!” Wanneer de generaal, in afwachting van zijn arrestatie en executie, grijs en oud is geworden, zegt Stalin in één van zijn naoorlogse toespraken: “Maar zelfs in de zware oorlogsjaren konden wij nog grapjes maken!…”  En keek vertederd naar die generaal.

Vladimir Vladimirovitsj [Poetin], die twaalf jaar dienst heeft gedaan en zichzelf in eenzelfde sausje voor nog eens twaalf jaar aanbiedt, neemt de komische methodes van zijn voorganger duidelijk over.

Nadat de kandidaat meer dan 100.00 mensen bijeen had gebracht op een meeting ter ondersteuning van zichzelf, maakte hij de zaken niet nodeloos ingewikkeld. Het idee van de meeting, naar voren gebracht door zijn staf, was simpel: “Bijval uiten aan de huidige politieke koers en weerstand bieden aan de krachten die het land proberen te ruïneren.”

De politiek in Rusland teruggebracht tot een Poetinistische eenvoud: heb je een andere mening – dan probeer je het land te ruïneren.

En denk niet dat dat de mening is van figuren als de heren Volodin of Koerginjan.

Staande voor de honderdduizendkoppige menigte, zei Poetin het zo: “We vragen iedereen om geen blik te werpen overzee, niet ontrouw te zijn, je Moederland niet te verraden, maar samen met ons te zijn, voor het eigen land te werken en voor zijn volk en er net zo van te houden als wij, met heel het hart.”

Ten overstaan van het stadion stelde de heer Poetin dat iedereen die niet mét hem is, deel uitmaakt van een vijfde kolonne, en hij riep op: “Hoe kan je in dit verband niet denken aan Lermontov en zijn wonderreuzen van kerels, die voorafgaand aan de slag om Moskou het Vaderland trouw zwoeren en ervan droomden om ervoor te sterven?!”

Die frase klonk een beetje geforceerd, omdat McFaul en Navalny niet in het stadion waren, en Koerginjan en Leontjev niet echt lijken op wonderreuzen van kerels, hoe je ze ook wendt of keert.

Echter, ondanks de oproep, was niemand van plan om ter plekke in het stadion te sterven.

Toen ging kandidaat nummer 1 een stap verder, en riep, in allegorische vorm, met behulp van de poëzie van M. Joe. Lermontov op tot de onmiddellijke ondergang:

“We zullen sterven onder Moskou, zoals onze broeders stierven! En sterven hebben wij beloofd, en aan onze eed van trouw hebben wij ons gehouden in de slag van Borodino!”, declameerde hij met gevoel.

Nadat hij simpel, op z’n Poetins, zijn procenten bij de verkiezingen en de slag onder Moskou op één schaal had gelegd en had voorgesteld om voor die procenten te sterven, voegde de premier er aan toe, dat hij zou steunen op “het talent van ons volk, op onze grootse geschiedenis, die geschreven is met het zweet en het bloed van onze voorvaderen.”

Nadat hij handig het bloed en het zweet van de voorvaders voor het karretje van zijn campagne-maalstroom had gespannen, riep de kandidaat uit: “De slag om Rusland gaat door! Aan ons zal de overwinning zijn!” Met die verwijzing, in de vorm van de bewerkte Stalinfrase, werd er kennelijk op gezinspeeld dat de procenten bij de verkiezingen vandaag net zo belangrijk zijn als de overwinning onder Moskou of de bestorming van Berlijn.

De tevreden burgers verlieten het stadion, plaatsnemend in de bussen die aan waren komen rijden, maar speurden onderwijl met scheve blikken naar vijanden.

Maar er waren geen vijanden: Amerika was de nieuw iPhone 5 aan het maken, McFaul was kennelijk thee aan het drinken met Navalny.

De dood voor Rusland, in de persoon van kameraad Poetin, werd uitgesteld.

En God zij dank!

Kennelijk verliezen de burgers zelfs in de zware maanden van de toenemende campagne-spanning hun gevoel voor humor niet.

Een mooie fotoreportage vindt u hier, inclusief beelden van betogers die betaald worden voor hun komst.

Mark Rutte ontmoet Aleksej Navalny - een kanttekening

(Eerste publicatie: 22-10-2011)

Aleksej Navalny, wie is dat? Zijn naam dook deze week regelmatig op in de Nederlandse media. Premier Mark Rutte sprak met hem tijdens zijn bezoek aan Moskou. Navalny is een klokkenluider en bestrijder van corruptie, populair in liberale kringen en onder jonge Russen die hun informatie vooral van internet halen.

Een soort moderne Robin Hood, die het in zijn eentje opneemt tegen het verstikkende Russische bureaucratendom, zo ongeveer is het imago van Navalny. Voor Rutte genoeg reden voor een ontmoeting. De premier kreeg het verzoek mee om de corruptie en wetteloosheid aan te kaarten in zijn ontmoeting met president Medvedev en premier Poetin.

Het is misschien nuttig om een paar kleurtjes toe te voegen aan het beeld van Aleksej Navalny. In 2007 werd hij uit de partij Jabloko gezet, wegens ‘nationalistische activiteiten’. Dat hij het zelf ook wel had gehad met Jabloko, moge blijken uit een uitspraak uit die tijd: “De democratische beweging kan alleen weer tot leven worden gewekt, wanneer wordt afgezien van de doodlopende, bekrompen links-liberale ideologie en wordt overgegaan tot de vorming van een nationaal-democratische beweging”.

Navalny liet zich zien bij de Russische Mars, een jaarlijks terugkerende, weinig verheffende betoging van nationalisten en fascisten in de straten van Moskou. Dit jaar trad hij zelfs toe tot het organisatiecomité van de mars, gepland voor 4 november, maar vooralsnog verboden door de autoriteiten. De mars is het visitekaartje van (verboden) organisaties als de Slavische Unie en de DPNI, de Beweging Tegen Illegale Immigratie. “Tegen de etnische occupatie!”,  “We geven Rusland terug aan de Russen!”, om een paar nog gematigde leuzen uit deze kringen te noemen.

In liberale kringen weet men zich niet goed raad met deze kant van Navalny. Waarom schurkt hij zo aan tegen groeperingen, die graag het vele positieve onderstrepen dat Stalin en Hitler voor de mensheid hebben gedaan? Navalny trekt zich niks aan van die bedenkingen. “Als het je niet bevalt wie er aan de Russische Mars meedoen, kom dan zelf en maak ‘m beter.”

Nationalisme, aldus Navalny, dient de kern te zijn van de Russische politiek. Een ‘verlicht’ nationalisme, dat wel, een ‘nationalisme met een menselijk gezicht’. Hij hoopt daarbij het ‘toerekeningsvatbare deel’ van de nationalisten te verenigen, wat mij knap lastig lijkt.

Mij is niet recht duidelijk wat Navalny in dit verband precies verstaat onder ‘verlicht’ en ‘toerekeningsvatbaar’. Ik denk ook dat Mark Rutte hem daar niet naar heeft gevraagd.

De Russische nationalist kent zijn held: Joeri Boedanov!

(Eerste publicatie: 13-6-2011)

Vandaag wordt Joeri Boedanov (zie foto) begraven. Dat zal me een fijn schouwspel worden. 

Boedanov kreeg afgelopen vrijdag in Moskou vier kogels in zijn hoofd en overleed ter plekke. De daders zijn spoorloos. Al snel werden bloemen gelegd op de plek van de moord, bij een flat aan de Komsomolski Prospekt. Icoontjes werden opgehangen, kaarsen neergezet, een militaire pet, een speelgoedtankje. Tussen de bloemen liggen briefjes: “Voor een held van Rusland!” Op het minder beschaafde deel van het Russische web, net als elders vrij omvangrijk en luidruchtig, komt men uitroeptekens tekort. “Zelfs na zes kogels vocht hij door. Russen geven zich niet over! Joeri Boedanov, held van Rusland, zullen wij eeuwig gedenken! Leve Rusland!”

"Boedanov - held van Rusland"

"Boedanov - held van Rusland"

Kolonel Boedanov heeft zijn eeuwige roem te danken aan de moord in 2000 op het achttienjarig Tsjetsjeense meisje Elza Koengajeva. Er zijn sterke aanwijzingen dat hij haar eerst had verkracht. Bij wijze van hoge uitzondering kwam het tot een rechtszaak. Boedanov ontkende de moord niet. Hij had gehandeld in een vlaag van woede, verklaarde hij. De rechter achtte hem ontoerekeningsvatbaar en sprak hem vrij, met gedwongen verpleging. Een hogere rechtbank draaide dat terug, uiteindelijk kreeg Boedanov – tot woede van nationalistisch Rusland – tien jaar. In januari 2009 – er restten hem nog 15 maanden van zijn straf - kwam Boedanov voorwaardelijk vrij. 

De moord op Boedanov is voor het Kremlin nogal pijnlijk. Het lijkt sterk op een Tsjtsetsjeense wraakactie, en dan zijn er een paar mogelijkheden: 1. Ramzan Kadyrov, Moskous sterke man in Tsjetsjenië, wist ervan en heeft het niet kunnen tegenhouden. 2. Ramzan Kadyrov wist ervan en heeft het niet wíllen tegenhouden. 3. Ramzan Kadyrov wist er niks van. 4. Ramzan Kadyrov heeft zelf de opdracht tot de moord gegeven. Die laatste optie is onwaarschijnlijk (zou Kadyrov zijn lucratieve relatie met het Kremlin op het spel willen zetten?). Hoe dan ook, in alle vier gevallen blijkt Kadyrov een onbetrouwbare partner.

Met de moord op Boedanov kwam de wet van de bergen, met zijn bloedwraak, weer even naar Moskou. De nationalisten staat het schuim op de lippen. In de voetbalstadions wordt Boedanov met spandoeken geëerd. Naar beschaafdere geluiden is het iets harder zoeken, maar die klinken gelukkig ook nog. Aleksandr Tsjerkasov van mensenrechtenvereniging Memorial: “Ik vrees dat de macht van het geweld op 10 juni op de Komsomolski Prospekt in Moskou heeft gezegevierd. Je kan natuurlijk proberen om de tegenstander met alle middelen te verslaan. Zoals in Beslan – door een school te bestormen, of zoals bij Nord-Ost – door iedereen te vergiftigen met gas. Zo kan je overwinnen, maar dat is de overwinning van barbarij op barbarij. Op die weg, vrees ik, verliest iedereen.” 

Een stem als die van Tsjerkasov zal vandaag op de begrafenis van grote held Boedanov wel niet worden gehoord.

Racisme in het Russische voetbal: de stadions als etalage van anti-Kaukasische sentimenten. “Stop de staatssteun aan Terek en Anzji!”

(Eerste publicatie: 3-6-2011)

Nergens in Europa zo veel racisme als in Rusland. Nergens in Rusland zo veel racisme als in de voetbalstadions. Zo maar een voorbeeldje. Wat we hier horen zijn supporters van Spartak Moskou op de tribune van FC Zenit in Sint-Petersburg, vorige zondag:

De tekst van het spreekkoor: Питерские бомжи / Дружат они с Анжи / Вместе ебут овец / Скоро вам всем пиздец. De zwervers van Petersburg / zijn vriendjes van Anzji / samen neuken ze schapen / jullie gaan binnenkort allemaal naar de kloten. (‘Zwervers’ is de bijnaam van FC Zenit, Anzji is een club uit de Kaukasische deelrepubliek Dagestan.)

Fratria (niet de officiële, wel de grootste supportervereniging van Spartak) plaatste het filmpje met een gelikt intro prominent op haar website.

Racisme is al jaren een onlosmakelijk onderdeel van het Russische voetbal. De sport toont zich daarmee een getrouwe afspiegeling van een maatschappij waar xenofobie, vreemdelingenhaat en een akelig soort nationalisme nooit ver weg zijn. Sportautoriteiten halen hun schouders op of komen met halfzachte maatregelen die nauwelijks worden nageleefd.

Maar negeren wordt steeds lastiger. De Premjer Liga, de hoogste Russische voetbalafdeling, telt drie ploegen uit de Kaukasus: Spartak Naltsjik uit de deelrepubliek Kabardino-Balkar, Terek Grozny uit Tsjetsjenië met Ruud Gullit als trainer,en Anzji. Vooral de laatste twee doen dit seizoen van zich spreken met forse aankopen. Anzji (met de Braziliaan Roberto Carlos als bekendste aanwinst) staat vierde. Supporters uit het ‘echte’ Rusland bezien die groeiende rol van de Kaukasische ploegen met afkeer. Er gaan stemmen op voor een “competitie-zonder-Kaukasus” en de harde kern van Spartak riep onlangs alle supporters op om de uitwedstrijden in de Kaukasus te boycotten. “Er heerst in die regio een ongezonde situatie”, zo stond in de oproep. Kaukasische clubs worden volgens de Moskouse supporters stelselmatig bevoordeeld en krijgen bovendien miljoenen staatssteun. Zo nemen die clubs dankzij de belastingcenten van de hardwerkende Russen de macht over in het Russische voetbal.

Het is een onzinnig verwijt. Terek Grozny krijgt inderdaad flink wat financiële steun van de (lokale) overheid, maar dat gold in een recent verleden ook voor clubs als Satoern, Krylja Sovetov en Tom Tomsk, clubs die vrij ver weg liggen van de Kaukasus. En wat te denken van Gazprom, het staatsbedrijf dat FC Zenit naar de top van het Russische voetbal stuwde. En het succesvolle Anzji drijft niet eens op staatssteun, maar op privé-kapitaal van zakenman Suleiman Kemirov.

De komst van donkere spelers naar Rusland leidde de afgelopen jaren al vaak tot weinig subtiele taferelen. Dit seizoen nog kreeg Anzji-aanvoerder Alberto Carlos, terwijl hij met zijn Zenit-collega vlakbij een tribune met Zenit-supporters de vlag hees, een banaan voorgehouden. De anti-Kaukasische sentimenten hebben echter een extra dimensie. De Kaukasus maakt immers deel uit van Rusland en veel Russische steden kennen een grote Kaukasische diaspora van vooral arbeidsmigranten, in de volksmond ‘zwartkonten’ genoemd. Vechtpartijen zijn geen zeldzaamheid, vorig jaar werden daarbij in Moskou twee Spartak-supporters gedood.

Het leidde tot nog meer anti-Kaukasische uitingen en nog strengere veiligheidsmaatregelen rond voetbalwedstrijden. Een oplossing voor het probleem is niet in zicht, daarvoor ligt het racisme van de supporters te veel ingebed in de algemene xenofobie die de Russische samenleving kenmerkt.

Anzji deed eerder dit seizoen een poging om de gemoederen wat tot bedaren te brengen. Supporters van het bezoekende Zenit werden nadrukkelijk verwelkomd en in het stadion hingen spandoeken die spraken van vriendschap tussen beide supportersgroepen. Menig Zenit-supporter zal hier met gemengde gevoelens naar hebben gekeken. Hoezo vriendschap met die gasten uit Dagestan! Voor de supporters van Spartak Moskou was het in elk geval een kans voor open doel. Kijkt u nog even naar het filmpje bovenaan.

Op de officiële site van Spartak Moskou (waarop een link naar de site van de harde Fratria-kern) verscheen daags na de uitwedstrijd bij FC Zenit een oproep van veteranen aan de supporters. Tot de ondertekenaars behoorde Valeri Karpin, de huidige trainer. Het verzoek aan de supporters was om zich te gedragen en toch vooral geen vuurwerk meer af te steken. Dat kan de club veel geld kosten en straks moeten we nog zonder publiek spelen! Over de spreekkoren geen woord.

Overigens maakte Karpin zich na afloop wel druk over een Tweet van Zenit-middenvelder Roman Sjirokov. Die feliciteerde de varkentjes (de bijnaam van Spartak) met de welverdiende 3-0 nederlaag. Daar moest de ethische commissie van de Russische voetbalbond zich maar eens over buigen, vond Karpin.