sport

Krim, Donbass? Doping, Black Lives Matter? Wat zeg je dan als Russische Olympiër in Tokio?

———————-

Olympisch Stadion. (Foto: Arne Müseler / www.arne-mueseler.com)

———————

Je bent een topsporter uit Rusland en je bent uitgezonden naar de Olympische Spelen in Tokio. Je probeert je voor te bereiden op de marathon of zit met je roeimaten nog na te genieten van die geweldige finale van de vier-zonder, komt er zo’n vervelende buitenlandse journalist op je af met vragen over de Krim, Black Lives Matter, #MeToo, doping of de Russische vlag die overal zo nadrukkelijk ontbreekt. Wat moet je dan?

Dat heeft het Russisch Olympisch Comité aan de sporters uitgelegd, in de vorm van waarschuwingen en instructies. Verzoeken om interviews kunnen een “provocerend karakter” hebben en Olympiërs in een onaangename situatie brengen. De simpelste uitweg bij een politiek thema is, aldus het ROC, te reageren met: Geen commentaar. Toch krijgen de sporters een paar handzame antwoorden aangereikt.

Gaat het over Black Lives Matter, zeg dan tegen de journalist dat iedereen zelf zijn houding tegenover die beweging moet bepalen. “Maar de Spelen mogen in elk geval geen platform worden voor bepaalde acties of gebaren.” De Krim? Donbass? “Sport moet buiten de politiek blijven.” Dopingschandalen? Daar heeft de Russische sporter volgens de instructies niks over te melden, want hij of zij is daar nooit bij betrokken geweest, en wat de anti-Russische sancties betreft, daar moeten degenen die ze hebben ingevoerd maar commentaar op geven. Ongewenste intimiteiten? “Daar heb ik nooit wat van gemerkt in mijn carrière, maar ik weet dat dit probleem in veel landen bestaat.”           

De krant Vedomosti, die een kopie van de instructies inzag, sprak met parlementslid en olympisch schaatskampioene Svetlana Zjoerova, die de richtlijnen voor de olympische ploeg relativeert. Volgens haar worden de sporters niet van hogerhand gecontroleerd en heeft iedereen recht op een eigen mening. Volgens haar zijn zulke handleidingen ongebruikelijk in Rusland, maar zijn ze alom gangbaar in het Westen. Bovendien, aldus Zjoerova, ging het er ten tijde van de Sovjetunie wel strenger aan toe.

Dat klopt. Wie toen naar het buitenland mocht, doorliep eerst een vrij stevige procedure om elementen van twijfelachtig ideologisch allooi binnen de poort te houden. Wie door de poort naar buiten mocht, kreeg heldere instructies mee. En na afloop werd er dan uitgebreid verslag gedaan over het gedrag van de leden van de delegatie. Boeiend is in dat opzicht het rapport dat de Sovjet-ambassade in Oostenrijk naar Moskou stuurde na afloop van de Olympische Winterspelen in Innsbruck in 1964. (Het volledige rapport is hier te lezen.)

Volgens de ambassade hadden Westerse veiligheidsdiensten en emigrantenorganisaties getracht om de Olympische Spelen te gebruiken voor ondermijnende activiteiten tegen de socialistische landen. Door anti-sovjetliteratuur te verspreiden was getracht sporters aan te zetten tot landverraad en emigratie. Er waren ook bijbels uitgedeeld en de katholieke kerk had zich zeer actief getoond. En er was geprobeerd om sporters uit de socialistische landen de levenswijze van de “zogenaamde vrije wereld” op te dringen door aan te sturen op bezoeken aan “bedenkelijke etablissementen”.

“Opgemerkt moet worden dat de Sovjet-sportdelegatie zich waardig heeft gedragen en zich niet heeft laten provoceren. Provocateurs kregen lik op stuk bij hun pogingen om individuele Sovjet-sporters te verleiden tot ‘openhartige’ gesprekken”, zo meldt het rapport tevreden. Helemaal ongeschonden kwam het socialistische kamp niet uit te strijd. Ondermijnende activiteiten van Hongaarse, Tsjechoslowaakse, Poolse en zionistische organisaties hadden ertoe geleid dat zeven Hongaarse en vijf Tsjechoslowaakse toeristen en één sporter uit Oost-Duitsland niet haar huis waren teruggekeerd, aldus de ambassade. *)

——————————-

Het lijkt me als sporter best handig om een beetje voorbereid te zijn op lastige vragen. Het is een vorm van mediatraining waar je een hoop gedoe mee kan voorkomen. Elke voetballer in onze eredivisie die na een wedstrijd de hemel in wordt geprezen, weet dat hij in zijn reactie ‘het team’ moet noemen. Ik ga wel extra aandachtig de interviews met Russische sporters in Tokio volgen. Eens kijken of de instructies van het Russisch Olympisch Comité worden opgevolgd. Mijn favoriete antwoord zal zijn (omdat het zo nadrukkelijk riekt naar die late Sovjet-tijd, toen ik bijna dagelijks de Pravda en Izvestija doorploegde): “Daar heb ik nooit wat van gemerkt in mijn carrière, maar ik weet dat dit probleem in veel landen bestaat.”    


*) Die ene sporter was rodelaarster Ute Gähler, die vier jaar later als Ute Scheiffele voor West-Duitsland deelnam aan de Spelen van Grenoble.

De toverdegen van vijfkamper Onisjtsjenko, de grootste bedrieger in de sportgeschiedenis

———————

————————-

Hij verdween als een dief in de nacht en er werd sindsdien weinig meer van hem vernomen: Boris Onisjtsjenko, in 1976 in Montreal op weg naar Olympisch goud op de moderne vijfkamp. Hij gokte, speelde vals, werd ontmaskerd en verloor alles. Onisjtsjenko joeg een complete sportnatie het schaamrood op de kaken en wordt in de sportwereld wel de ‘grootste bedrieger ooit’ genoemd. Een geluk voor hem bij een ongeluk: er zijn van zijn bedrog geen beelden. Die hadden hem het leven na zijn diepe val alleen nog maar lastiger gemaakt.

Onisjtsjenko mijdt de pers en heeft zich nooit meer uitgelaten over zijn diskwalificatie. Nooit heeft hij willen uitleggen wat hem bezielde; een 38-jarige sportman, gelauwerd en in de USSR genietend van allerlei privileges. Wereldkampioen in zijn tak van sport en ook al in het bezit van een gouden olympische medaille, al was die dan (in 1972) veroverd in de landenwedstrijd en niet als individu.

De moderne vijfkamp is geen olympisch topnummer, het speelt zich, met dat wat eigenaardige mengelmoesje aan onderdelen, altijd een beetje af in de schaduw. Maar juist in de Sovjetunie stond de sport wel hoog aangeschreven, in elk geval bij de autoriteiten. Dat had te maken met de duidelijk militaristische inslag. Wie kent de onderdelen van de moderne vijfkamp uit zijn hoofd?... Schermen, zwemmen (200 meter vrije slag, was in 1976 nog 300 meter), een concours hippique en 3.000 m hardlopen gecombineerd met laserpistool-schieten (lopen en pistoolschieten waren in 1976 nog afzonderlijke onderdelen). De drie man sterke Sovjetploeg was in Montreal de huizenhoge favoriet.

Schermen was het sterkste onderdeel van Onisjtsjenko. Hij had in Montreal van weinig tegenstanders wat te vrezen, maar nam het zekere voor het onzekere. Bij het schermen licht een lampje op het scorebord op wanneer de punt van het wapen voldoende contact maakt met het lichaam van de tegenstander. Onisjtsjenko betrad het strijdperk met een bewerkte degen: in het handvat had hij een knopje aangebracht. Drukte hij dat in, dan lichtte het scorebord op, alsof er contact was gemaakt met de schermer tegenover hem. Tegen de Engelse ploeg (die uiteindelijk het goud pakte) viel de gelauwerde sportman door de mand. “Ik moet niks meer van hem weten”, verklaarde ploeggenoot Boris Mosolov jaren later in een documentaire. “Hij heeft mij en het hele land bedonderd. Het is erger dan doping.”

Onisjtsjenko won zijn drie partijen tegen de Engelsen, volgens verwachting. Maar in zijn tweede duel, met Danny Nightingale, had een score van hem de Engelse wenkbrauwen al doen fronsen; er leek geen contact te zijn gemaakt. In het volgende gevecht tegen Jim Fox werd het nog gekker. Op het moment dat Onisjtsjenko de Engelsman dacht te raken, boog deze nog net naar achteren. Toch lichtte het lampje op: een score voor de Sovjet-schermer! De coach van de Engelsen protesteerde en Onisjtjenko’s degen werd ingenomen voor controle. De partijen gingen verder en met een andere, onbewerkte degen, boekte Onisjtsjenko tegen andere landen de ene na de andere overwinning. De volgende dag kwam de uitslag van de controle: het geheime knopje was ontdekt. Onisjtjenko werd gediskwalificeerd en dat lot trof ook de twee andere leden van de Sovjetploeg, Mosolov en Pavel Lednjov. Zij mochten nog wel meedoen aan het individuele toernooi. Lednjov won daarin zilver. Hier legt Jim Fox uit wat er gebeurde in zijn gevecht met Onisjtsjenko:

——————-

De leiding van de Sovjet-delegatie (kom daar nog eens om tegenwoordig) gaf het bedrog zonder omwegen toe en diende geen protest in. Voor Mosolov en Lednjov waren de druiven zuur. Op hun accreditatie was te zien dat ze moderne-vijfkampers waren en in het olympisch dorp werden ze nagewezen. Mosolov vertelt in de documentaire: “Onze volleyballers kwamen op me af en vroegen: waar zit ie?” Ze hadden Onisjtsjenko mores willen leren. De gevallen vijfkamper werd voor zijn eigen veiligheid, en ook al bij wijze van straf, weggestopt op een schip. 

De officier Onisjtsjenko werd uit het leger ontslagen, verloor zijn sportieve eretitels en werd voor het leven geschorst. The Guardian zette hem in een lijstje van bedriegers in de sport op de eerste plaats. Niet alle bronnen zijn er duidelijk over, maar Onisjtsjenko (Oekraïner van geboorte) zou in Kiev nog wel een baan hebben gekregen als directeur van een sportcomplex. 

Blijft de vraag waarom hij in Montreal zo veel op het spel zette, juist bij het onderdeel waarop hij toch al uitblonk. Daar komt geen antwoord op, zolang hij zelf zwijgt. In de documentaire vertelt een sportjournalist nog wel hoe Onisjtsjenko mogelijk op het idee was gekomen. Twee jaar voor de Spelen van Montreal verscheen het boek ‘Vijf dagen en een heel leven’ van Igor Novikov, tweevoudig wereldkampioen moderne vijfkamp. Novikov schrijft daarin: “Wapens worden altijd streng gecontroleerd. En terecht, want er zijn geslepen vijfkampers, die moet je goed in de gaten houden. In Oekraïne had je een vijfkamper, een heel inventief persoon, die steeds iets aan het uitvinden was met een degen en een pistool. Wat hij met het pistool deed, was niet tegen de regels, maar met de degen was duidelijk iets niet in de haak.” De ‘uitvinder’ won van tegenstanders die hun wapen minder goed ‘op orde’ hadden. Die “inventieve” schermer was niet Onisjtsjenko, maar hij zal het boek van Novikov ongetwijfeld gelezen hebben…

Hier de genoemde documentaire:

Eduard Khil bezingt de Ten Hags, de Sloetski's, de Sluiters en Wiegmannen uit zijn tijd

———————

1573305435294390259.jpg

———————

Toen Leonid Sloetski trainer werd van voetbalclub Vitesse, begon hij vol goede moed aan lessen Nederlands. Lang hield de aardige Rus het niet vol. Tegenover dagblad De Gelderlander verklaarde hij: “Als je 56 bent, hè, dan zeg je in het Nederlands eerst de zes en dan de vijf. Dat konden mijn hersenen niet aan.” En ach, zo voegde hij eraan toe, de twee belangrijkste woorden kende hij inmiddels al: ‘waarom’ en ‘maar’. Die woordjes, had hij gemerkt, typeerden de Nederlanders. Die vroegen om uitleg wanneer ze niet werden opgesteld. Dat was hem in Rusland en Engeland nog nooit overkomen.

Ik moest aan Sloetkis’s verbazing denken toen ik onderstaand lied hoorde, uit 1979, waarin zijn (inmiddels overleden) landgenoot Eduard Khil een ode brengt aan de trainers, de mannen en vrouwen achter de kampioenen. Het lied weerspiegelt de autoritaire verhoudingen in de Russische sportwereld. De trainer staat op een voetstuk, hij is het leidend voorbeeld, de inspirator die je gehoorzaam en dankbaar dient te volgen. En al zullen Russische sporters tegenwoordig minder slaafs zijn dan in 1979, ten tijde van de USSR, het moge duidelijk zijn dat Sloetski uit een andere (sport)cultuur komt dan de onze.       

Onder het filmpje volgen de tekst en de vertaling. (Het filmpje is uit 1982, het lied zelf dus van drie jaar eerder. Eduard Khil (Эдуард Хиль) kreeg op het einde van een al succesvolle carrière nog extra bekendheid door het liedje Trololo, waardoor hij plots ook nog een soort cult-held werd.)

Да разве сердце позабудет

Над спортивной ареной капризное солнце / Boven de sport-arena is de zon wispelturig
И удача не каждому будет светить / En succes zal niet voor iedereen weggelegd zijn
Вы на бой провожаете ваших питомцев / U begeleidt uw pupillen naar het gevecht
Этот взгляд никогда мы не сможем забыть / Die blik zullen wij nooit kunnen vergeten

Да разве сердце позабудет / Zal ons hart ooit vergeten
Того, кто хочет нам добра / Degene die het beste met ons voorheeft
Того, кто нас выводит в люди / Die ons vooruithelpt
Кто нас выводит в мастера / Die meesters van ons maakt

В этом зале вы нам не читали морали / In deze zaal las u ons niet de les
Просто место нам всем в вашем сердце нашлось / Er was gewoon voor ons allen een plek in uw hart Просто в ваших глазах мы порою читали / We lazen soms gewoon in uw ogen
И улыбку, и гнев, и безвыходность слёз /Een glimlach, en woede en het uitzichtloze van tranen

Да разве сердце позабудет …

Всё, отдав до конца, трудный день отработав / Had u alles gegeven, zat de zware werkdag erop
Вы о завтрашнем дне начинали мечтать / Dan begon u over de dag van morgen te dromen
Вы конструктор побед, Королёв наших взлётов / U bent de constructeur van onze zeges, de Koroljov van onze hoogtepunten *)
Мы вам верим, и значит, должны побеждать / Wij geloven u en moeten dus zegevieren

Да разве сердце позабудет….

Мы уйдём, чемпионы и просто спортсмены / Wij stoppen, kampioenen en gewoon sporters
Вам с другими придётся с нуля начинать / En met anderen moet u vanaf nul beginnen
Вы таланту и мужеству знаете цену / U weet wat talent en moed waard zijn
Пусть другие научатся вас понимать / Laat anderen leren om u te begrijpen

Да разве сердце позабудет…

*) Sergej Korolojov (1907-1966), de vader van het Sovjetruimtevaartprogramma. Het woordje взлёт is verwant aan het werkwoord взлететь: omhoog vliegen, snel opstijgen, het luchtruim kiezen. Gelijk kosmonauten stegen de Sovjet-sporters naar grote hoogten – dat is de gedachte achter deze regel.

———————

Het filmpje is opgenomen in Leningrad in het inmiddels afgebroken Kirov stadion. Dat moet gebeurd zijn vlak voordat er bij de renovatie van eind jaren zeventig lichtmasten werden geplaatst. Het lied komt uit  de film Баллада о спорте (Ballade over sport) uit 1979. Een draak van een film, al zitten er mooie beelden in van het Moskou in die jaren. U kunt ‘m in zijn geheel bekijken onder aan dit stukje. Hier het lied van Khil met het bijbehorende fragment uit de film.      


Het lied is geschreven door componiste Aleksandra Pachmoetova (1929) en haar echtgenoot, tekstdichter Nikolaj Dobronravov (1928), het veel geëerde duo dat een enorme bijdrage heeft geleverd aan het collectieve muziekgeheugen van zij die opgroeiden in de naoorlogse Sovjetunie. Op deze foto ziet u Pachmatova te midden van Sovjet-sportlui tijdens de Olympische Spelen van 1968 in Mexico.


De film Ballade over sport gaat over de Spartakiade van 1979, het sportevenement dat diende als generale repetitie voor de Spelen van 1980 in Moskou. De liedjes uit de film, die in 1980 op een elpee werden uitgebracht, staan hier op een rijtje. En hieronder de complete film. (Daar is nog een apart stukje over te schrijven, bijvoorbeeld over de drie gebroeders Starostin die erin voorkomen, maar dat ga ik niet doen.)

——————-

Dit is een ijselijk stel hoor!… Hét Russische ijshockeylied kwam uit onverwachte hoek.

——————-

President Poetin ontvangt componist Pachmoetova en tekstdichter Dobronravov

President Poetin ontvangt componist Pachmoetova en tekstdichter Dobronravov


In Rusland – en ook daarbuiten, trouwens – ben ik nog nooit naar een ijshockeywedstrijd geweest. Met als gevolg een opvallende lacune in mijn toch vrij uitgebreide Russische-muziekkenis. Pas zeer onlangs kwam ik namelijk hét ijshockeylied van Rusland tegen, dat (naar verluidt) elke Rus kent: Een lafaard speelt geen ijshockey. Verrassend vond ik de namen van de auteurs: componist Aleksandra Pachmoetova en tekstschrijver Nikolaj Dobronravov, die in dit geval werd bijgestaan door Sergej Grebennikov.

Pachmoetova (1929) en Dobronravov (1929) kende ik natuurlijk wel: het eerbiedwaardige schrijversduo, dat alleen al een plaatsje in de muziekhemel verdient vanwege het lied Как молоды мы были. Laten we daar eerst even naar luisteren, in een uitvoering van Dmitri Chvorostovski:


Dan lijkt het toch wel een hele stap naar een lied over ijshockey… Maar dat valt eigenlijk wel mee. Pachmoetova en Dobronravov waren (beiden leven nog, of ze nog veel schrijven weet ik niet) zeer veelzijdig. Ze behoorden tot het Sovjet-establishment en leverden naast ‘neutrale’ liedjes een grote hoeveelheid werk af over alles wat van landsbelang werd geacht; kosmonauten, Lenin, de Komsomol en ja, ook ijshockey. Want dat wás van landsbelang. Een lafaard speelt geen ijshockey verscheen in 1968. Geen sport sprak in die tijd zo tot de verbeelding in Rusland als ijshockey. De Sovjetunie was de Verenigde Staten en Canada op het ijs regelmatig de baas en de propaganda-waarde daarvan was nauwelijks te overschatten. Geen wonder dus dat een lied over die sport uit de koker kwam van officieel goedgekeurde topauteurs. Een lafaard speelt geen ijshockey is vooral bekend in de uitvoering van Edouard Khil, die overigens meer van voetbal hield dan van ijshockey:


‘Dit is een ijselijk stel hoor’, boven aan dit stukje, is natuurlijk een verwijzing naar ongeveer de bekendste zin van voetbal- en atletiekcommentator Theo Reitsma – dat moeten de ijshockeyliefhebbers mij maar vergeven. In mijn vertaling gaat ook nog een linkje schuil naar Rinus Michels – ook daarvoor mijn excuses. Het is een beetje vergezocht en u moet dat zelf maar ontdekken. Veel duidelijker – en Dobronravov maakte daar geen geheim van – is de verwijzing in de tekst naar de Veldslag op het ijs van 1242, waarin de Russen onder leiding van Alexander Nevski de Lijflandse Orde versloegen. Wat ik al zei: ijshockey was een zaak van landsbelang.

———-

In de oren galmt de vermetele muziek van de aanval
Stuur je pass preciezer naar een stick, schiet harder
En alles is OK, als het geweldige vijftal en
de doelman maar op het ijs staan

Het ijselijk stel voert een harde strijd
Wij geloven in de moed van de onverschrokken kerels
IJshockey wordt gespeeld door echte mannen
Een lafaard speelt geen ijshockey

Laat achter het doel van de tegenstander steeds vaker
Het lampje pulseren als een overwinningsbliksem
Maar is het nodig, dan vormen het geweldige vijftal
En de doelman een schitterende verdediging

Het ijselijke vriendenstel…

Vele mooie wedstrijden zullen gespeeld worden
We zullen nooit, nooit vergeten hoe in vroeger dagen
Het geweldige vijftal en de doelman
in geweldige slagen goud en bekers delfden

Het ijselijke vriendenstel…

—————

Hier nog een documentaire over Pachmoetova en Dobronravov. Bij 39.00 vertelt de legendarische ijshockeydoelman Vladislav Tretjak hoe het lied Een lafaard speelt geen ijshockey de spelers van de nationale ploeg inspireerde. (En een minuutje verder het lied dat klonk bij de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen van 1980, onder de klanken waarvan mascotte Misjka langzaam wegdreef uit het stadion.): 

De stadionramp in Chabarovsk: trieste kopie van de tragedie bij Spartak Moskou - Haarlem

————————

De oosttribune in 1981. Rechts bij de orde cirkel bevond zich de noodlottige trap.

Ze vonden kort na elkaar plaats, in 1982, en de overeenkomsten zijn beklemmend: de ramp in het Leninstadion van Moskou en die in het Leninstadion van Chabarovsk een maand later. Bij de eerste, in Moskou, kwamen 66 supporters om het leven. De ramp werd goeddeels stilgehouden. Was er ruchtbaarheid aan gegeven, dan was de tweede, in Chabarovsk, met 18 slachtoffers, misschien wel  nooit gebeurd.  

Bij de voetbalwedstrijd tussen Spartak Moskou en Haarlem vielen de doden in het gedrang dat kort voor het einde van de wedstrijd ontstond op een trap van de tribune. Er waren uitgangen afgesloten, te veel mensen hoopten samen en toen supporters uitgleden op de verijsde treden, was er geen houden meer aan. Het afgrijselijke scenario herhaalde zich op 20 november, zeven tijdzones naar het oosten, in Chabarovsk, in het stadion daar met dezelfde naam als dat in Moskou.

Op de avond van die koude dag – het vroor 20 graden ­– werd in de openlucht voor volgepakte tribunes een bandy-wedstrijd gespeeld tussen het lokale SKA en Zorki uit Moskou. Bandy (ijshockey met een bal) heeft sindsdien veel aan populariteit ingeboet, maar trok in de vroege jaren tachtig regelmatig volle stadions. Op het duel tussen SKA en Zorki, de nummers nummers 2 en 3 van het seizoen ervoor, waren 18.000 man afgekomen. Vermoedelijk waren dat er in de tweede helft meer – in de rust was het simpel om zonder kaartje binnen te komen. 

Het Leninstadion. De trap, zichtbaar bij de bovenste rechterpunt van de tribune, bij de rechterlichtmast, is na de ramp aangepast.

Een jaar eerder was het Leninstadion, gelegen aan de rivier de Amoer, gerenoveerd voor het WK bandy. De trap aan de rechterzijde van de oosttribune was daarbij aan de onderkant versmald, waardoor een soort trechter was gevormd. Enkele uitgangen waren afgesloten en tegen het einde van de wedstrijd dromden te veel supporters samen aan de bovenkant van de spekgladde trap. En toen ging het mis. Net als een maand eerder in het Moskouse Leninstadion gleden mensen uit en was er geen houden meer aan. Aan de chaos kan hebben bijgedragen dat menig supporter een slok op had. Drank in de vrieskou was bij bandy een gebruikelijk verschijnsel en zeker op de ‘proletarische‘ oosttribune, bekend om zijn roerige sfeer, zal aardig wat ingenomen zijn. Ooggetuigen zeggen dat agenten loerden op dronken toeschouwers en dat er onder aan de trap wagens klaarstonden om die af te voeren naar het ontnuchteringshuis. Bij de aanblik daarvan zouden supporters zijn omgekeerd, waardoor het gedrang zou zijn verergerd.

De ramp in Moskou, een maand eerder, werd door de voetballers van Spartak en Haarlem in het immense stadion niet opgemerkt. In Chabarovsk zagen de spelers wel wat er gebeurd was. Aleksandr Persjin van SKA vertelde jaren later aan het blad Sovetski Sport: ”Na de wedstrijd zaten we nog een tijdje in de kleedkamer. De stemming was opperbest na de moeilijke overwinning. Maar toen we de deur open hadden gedaan, waren we verbijsterd. De gang lag vol mensen. Sommigen kreunden, anderen gaven geen teken van leven. Beide teamartsen schoten het ambulancepersoneel te hulp en probeerden de slachtoffers te helpen.”

Drie dagen later verscheen er een summier berichtje in de lokale krant Ster van de Stille Oceaan: “20 november heeft zich na een hockeywedstrijd in het V.I. Leninstadion van Chabarovsk bij het vertrek van de toeschouwers ten gevolge van een verstoring van de bewegingsrichting een ongeluk voorgedaan. Er zijn slachtoffers. Er is een onderzoek gaande naar de omstandigheden van het voorval.” Op een vergelijkbare manier was er een maand eerder in Moskou bericht over de ramp in het Leninstadion daar. Dat de autoriteiten in en rond het stadion van Chabarovsk op de hoogte waren van wat zich in de Russische hoofdstad had afgespeeld, is niet waarschijnlijk. De precieze toedracht zal men zeker niet hebben gekend. Was dat wel het geval geweest, bijvoorbeeld door uitgebreidere berichtgeving, dan had men misschien nog eens naar de uitgangen en die trap bij de eigen oosttribune gekeken.

Na de Moskouse ramp werden enkele verantwoordelijken gestraft. Het juridisch onderzoek in Chabarovsk werd afgesloten zonder dat er verantwoordelijken werden aangewezen. Toen er openlijk over de ramp kon worden gesproken, werd bij de oosttribune een plaquette aangebracht met de namen van de achttien slachtoffers. Vorig jaar was ik in Chabarovsk en liep ik rond het stadion, waar tegenwoordig alleen nog wordt gevoetbald. Ik zag er mooie standbeelden uit de jaren vijftig. De plaquette heb ik niet gezien, ik heb er niet naar gezocht, want ik wist niet van de tragedie af.

Het Leninstadion in 2017. Het bord rechts vermeldt de gedragsregels voor het publiek.

Twee korte filmpjes over de tragedie van 1982:

Het is volbracht. In Samara nam ik plaats op de vip-tribune van het Dinamo stadion. (En ging ik ook die kerk binnen.)

---------------

De Pokrovski kathedraal voor de renovering.

Het is volbracht. Ik nam plaats op de vip-tribune van het nog net niet volledig vervallen Dinamo stadion van Samara. Daarmee deed ik een belofte gestand uit twee eerdere stukjes (zie hier en hier) en was de belangrijkste opdracht voor mijn reis naar Nizjni Novgorod, Kazan en Samara uitgevoerd. 

Het enige wat een beetje knaagt: het ging alles bij elkaar wel érg makkelijk. Ik had me met enige voorpret voorbereid op een dicht hek en een moeizame discussie met een verveelde bewaker, die ik dan uiteindelijk zou winnen, maar niets van dat alles: de deur van het gebouw aan de Lev Tolstojstraat stond open en de vrouw die binnen de boel bestierde, wees me meteen de weg naar het veld: die trap af en dan naar rechts.

De lokale elite op de vip-tribune ...

... en uw verslaggever.

En daar stond ik dan, in het Dinamo stadion, gebouwd met Duitse krijgsgevangen, waar bij de openingswedstrijd op 3 september 1948 zo'n 20.000 toeschouwers zagen hoe de lokale trots Krylja Sovetov (Vleugels van de Sovjets) Dinamo Kiev met 1-0 versloeg. Er waren wat jonge atleten aan het trainen, een eind verderop stond een eenzame figuur - ik vermoed een bokser - touwtje te springen. 

Toen ik vorig jaar besloot dat ik plaats zou gaan nemen op de vip-tribune, waren er plannen voor een renovatie van het stadion. Of die er nog steeds zijn, weet ik niet, maar wat ik zag, deed me vermoeden dat hier geen redden meer aan is. ‘Vergane glorie’, zelfs daar doe je het historische bouwsel (ooit het belangrijkste stadion van de stad) te veel eer mee aan. Mijn hemel, die blauw-witte vip-tribune waar ik op oude foto’s verliefd op was geworden … Van een afstandje lijkt het misschien van steen allemaal, maar niks hoor. Het zijn dakplaten die de boel bijeenhouden. Ik wilde er graag nog wat nostalgie bij voelen, maar zelfs dat lukte niet meer.

Het oude hoofdgebouw aan de korte zijde (tegenover de ingang aan de Lev Tolstojstraat) zag er - ook van een afstandje - goed uit, maar dat ging dan weer grotendeels schuil achter een schutting. Het lijkt gerenoveerd. Zou er van binnen ook wat aan gedaan zijn? En heeft die kop van Lenin daar altijd gezeten? Of was dat eerst Stalin? En waar is die klok dan gebleven?  

Het hoofdgebouw in vroeger tijden met de klok boven op het puntdak.

Het hoofdgebouw achter de schutting ...

... met Lenin waar ooit de klok zat.

De toegangspoort aan de Lev Tolstojstraat heeft nog allure ...


.... de achterkant van de vip-tribune niet meer.


Ik ging - ik moest er eerst het stadion weer voor uit - maar eens een kijkje nemen bij de Pokrovski kathedraal, aan dezelfde korte zijde van het veld, die - jazeker - gerenoveerd wordt. De mooie koepels, te zien op de foto boven aan dit stukje, gingen schuil achter hout. De kathedraal stond er al lang, toen in 1947, zo’n beetje in de voortuin, het stadion werd aangelegd. Ergens moest hier het familiegraf zijn van de Sjichobalovs, kooplieden die, ver voor de revolutie, de bouw van de kathedraal mogelijk hadden gemaakt. Ik vond het - ook weer zonder enige moeite - drie meter bij de ingang van het kerkwinkeltje vandaan.

In de kerk was een dienst gaande. Vrouwen met hoofddoeken stonden her en der als kleine eilandjes verspreid over de ruimte. Er klonk een koor en telkens op een bepaald moment in de tekst - voor mij volledig onvoorspelbaar - sloegen de vrouwen (en een enkele man) een kruis. Mijn blik viel op een jonge vrouw met de gestalte van een hoogspringster. Waar anderen bij het slaan van weer een kruis een beetje vooroverbogen, raakte zij hups, zo uit stand, met de drie vingers de punt van haar schoen aan. Ik kreeg het vermoeden dat zij zo uit de kleedkamer van het stadion ernaast naar de dienst was gekomen. Of misschien was dit wel haar voorbereiding op de training. Toen ik weer buiten stond, viel het me plots op dat de kerkgebouwen blauw-wit waren geschilderd, de kleuren van Dinamo - maar dat zal toeval zijn.  

Het winkeltje. Het koepeltje is op de foto bovenaan nog net rechts zichtbaar. 
Op het graf staat:
KERKBOUWERS EN WELDOENERS VAN DE STAD SAMARA
ANTONI, JEMELIAN, MICHEJ, MATVEJ SJICHOBALOV

Krylja Sovetov promoveert in het nieuwe WK-stadion van Samara en ik grijp naast zangeres Jolka.

-------------------

elka.jpg


En ook Jolka zou nog optreden, meteen na afloop van de wedstrijd! De zangeres die ooit zo’n aardige taalkundige bijdrage leverde aan dit weblog. De zangeres ook van het enige eigentijdse Russische popliedje waar ik een paar regeltjes van kan meezingen. 

Jolka was natuurlijk niet de hoofdmoot van de middag, dat was de wedstrijd Krylja Sovetov- Koeban Krasnodar. Ik probeer in de Russische provincie altijd een wedstrijdje mee te pikken, maar dit duel was bijzonder. Het was de eerste echte testwedstrijd van het nieuwe WK-stadion in Samara en bovendien kon Krylja promotie naar de hoogste afdeling bewerkstelligen. Tot mijn verbazing bleken na mijn aankomst in Samara alle 40.000 kaartjes al verkocht, en dat voor een wedstrijd op het tweede Russische niveau, zeg maar: de Russische Jupiler League. (Op dezelfde dag trok Olimpijets-Loetsj Energija in Nizjni Novgorod - ook in de Jupiler League en ook in zo’n fonkelnieuw WK-stadion - 42.100 toeschouwers. Je mag hopen dat al die mensen ook na het WK nog komen opdagen, dan staan die stadions er tenminste niet voor niks.)

Het was nog een hele expeditie naar de Samara Arena. De toegangswegen zouden worden afgesloten, had ik gelezen, vanuit de stad zouden speciale trams en bussen worden ingezet. Ik dacht: ik neem de taxi en ga het laatste stukje wel lopen. Ik kreeg het licht benauwd, toen na een half uur rijden het stadion nog niet in zicht was. Ik had op de kaart gezien dat het aardig ver weg lag, maar was dit niet een beetje overdreven? En wat zou dan dat ‘laatste stukje’ worden dat ik nog moest lopen? De eerste afslag richting stadion was inderdaad dicht. Ik probeer het wel aan de andere kant, zei de taxi-chauffeur, die niks met voetbal had. Dat bleek een afstand te zijn van ongeveer Bussum naar Hilversum, maar gelukkig, bij de volgende (afgesloten) afslag liepen al aardig wat mensen die wel de tram hadden genomen. Ik sloot me bij hen aan. Nu nog een kaartje.

Dat lukte pas na een half uurtje, toen ik na een flink aantal vergeefse pogingen (ik begon het weer licht benauwd te krijgen) twee jongens vroeg of zij dan misschien een ‘lisjnii bilet’ hadden. Dat hadden ze en ze vroegen er 600 roebel voor (minder dan een tientje) - 200 roebel meer dan het duurste kaartje. Ik vond het prima en rekende af. Even later zag ik op het kaartje staan: “Uitnodiging” en “Niet voor verkoop”, dus die twee jongens maakten een aardige winst. Ze waarschuwden me nog toen ik in mijn blijdschap bijna betaalde met een briefje van 100 roebel en 5.000 roebel. Aardige lui. Hier hebt u ze.

Er moet nog wel wat gebeuren, daar rond de Samara Arena, qua bouwrommel, uítstekende putdeksels en nog niet ingezaaide bloembedjes, maar dat komt allemaal wel goed. De controle was grondig, al werd mijn kaartje niet eenmaal ook elektronisch gecheckt. Er werd wel een hoekje van afgescheurd. Misschien was mijn kaartje-op-uitnodiging wel voor de vip-tribune, dacht ik, maar ik eindigde op de tweede ring. Prima plek, meer beenruimte dan in de Johan Cruijff Arena.

Krylja Sovetov won met 1-0, promoveerde naar de Premjer Liga, en toen kwam Jolka. De tribunes stroomden leeg, de supporters van Krylja Sovetov behoorden duidelijk niet tot de doelgroep. Ik ook niet echt, maar vanwege dat ene liedje (Provence, heet het) bleef ik toch nog maar even, net als zo’n vijf-, zesduizend anderen. Iedereen kon zich vrijelijk van vak naar vak begeven, door het hele stadion heen (in de JC-Arena gaat je dat niet lukken) en zo werd het op de tribune voor het podium - Jolka stond tussen de eerste en tweede ring lange zijde - nog best gezellig. Maar ja, wanneer kwam dat ene liedje nou? En hoe ging het ondertussen buiten bij die trams. Op een taxi rekenen leek me niet verstandig en ik voorzag nog lange wachttijden met veel gedrang. Misschien zou dat liedje wel helemaal niet komen? Ik besloot te vertrekken en kreeg meteen de rekening gepresenteerd.

Ik had nog geen stap gezet op het verse asfalt buiten, of daar klonk, nondeju, achter me uit het stadion het aanstekelijke intro van Provence. Als u bij onderstaand filmpje het geluid op tien zet en goed luistert, kunt er iets van meepikken. En dan gaat er ook nog iemand met een megafoon doorheen tetteren, maar het was allemaal mijn eigen schuld.

Hier Jolka in volle glorie:


En hier het stadion. De tramreis naar huis was wat tijdrovend, maar verliep voorspoedig, zonder gedrang, met genoeglijk Russisch gekeuvel om me heen.