De familiekroniek van Elena Katishonok - deel 2.

(Eerste publicatie: 16-3-2011)

Elena Katishonok, woonachtig in Boston, schreef een prachtige Russische familie-kroniek in twee delen. Over deel één (Zhili-byli starik so staroechoi - Er leefden eens een oude man en een oude vrouw) schreef ik onlangs al een stukje. Aan het einde van het boek nam ik afscheid van de kleine Lelka en dacht: zij wordt vast de hoofdpersoon van deel 2. Maar in dat tweede deel (Protiv tsjasovoi strelki – Tegen de wijzers van de klok in) staat het leven centraal van Lelka’s grootmoeder, Irina.

Irina is de oudste dochter van de ‘oude man en de oude vrouw’ uit deel 1. En zo leven we, vanuit een ander perspectief, nogmaals mee met de familie van Oud-Gelovigen in Riga en maken we opnieuw een tocht door de twintigste eeuw, die voor Russische families (en voor Russische vrouwen in het bijzonder) weinig goeds bracht.

Irina’s man Kolja, lid van een communistische cel, wordt door een vrouw in de straat verraden en door de Duitsers in een nabijgelegen concentratiekamp vermoord. Irina wordt met haar twee kinderen geëvacueerd naar de Povolzje, waar ze zich maar net staande weet te houden temidden van de honger. Honger? Een Wolgaduitse vertelt over de echte hongersnood in het gebied, na de graanrekwisities door de communisten. “Besessen, - ze waren allemaal besessen: de hongerigen en de verzadigden. De onzen van de honger, en die anderen? Van boosaardigheid, maar ook besessen. Anders kon zoiets toch niet gebeuren?.. ”

Terug in Riga ontmoet Irina een vrouw die gezien heeft hoe Kolja met andere gevangenen door de straten richting concentratiekamp werd geschopt “Door de Duitsers? Nee, door mensen van ons”. Menig Let ontpopte zich tot trouwe helper van de bezetter, soms zo fanatiek dat die bezetter er zelf van stond te kijken. De vrouw vertelt hoe Kolja haar vroeg om een groet over te brengen aan Irina en hoe hij daarbij had geglimlacht. En Irina bedenkt: “Eén buurvrouw had haar Kolja’s glimlach overgebracht, een ander had ervoor gezorgd dat hij nooit meer zou glimlachen.” Had ze de verraadster wel eens aangesproken? Nee, zegt Irina, tot onbegrip van haar kinderen. “Ik ben opgehouden haar te groeten.”

Na zulke regels zou je willen dat Irina dan toch tenminste binnen de muren van haar eigen woning enige rust zou vinden. Maar het beperkte aantal vierkante meters en een vijandige inwonende schoondochter maken ook dat ‘kleine’ leven regelmatig tot een beproeving. Vooral kleindochter Lelka zorgt voor troost, maar – het gaat te ver om hier alle details te vertellen - die wordt na intriges van Irina’s eigen dochter (Lelka’s moeder) onttrokken aan grootmoeders gezag. Een aantal jaren later meldt Lelka zich weer bij grootmoeder Irina met de mededeling: “Ik kom weer bij jou wonen”. Haar stiefvader heeft losse handjes.

Op de laatste pagina’s werd mijn vermoeden bewaarheid: Lelka is Elena Katishonok. Of laat ik het voorzichtiger zeggen: Elena heeft Irina goed gekend. Heeft Elena alles uit beide delen van de kroniek gehoord van eigen verwanten en vooral van Irina? Of heeft ze verhalen uit meerdere families samengesmeed tot één verhaal? Ik zou het haar graag eens vragen.

(Een Nederlandse vertaling? Dat zal er wel niet van komen, ik ben nog niet eens een Engelse of Duitse tegengekomen. Een Russisch fragment uit deel 1 kunt u hier vinden. Daar staat trouwens dat alle personages ontsproten zijn aan de verbeelding van de auteur. Die waarschuwing ontbreekt in mijn boekversie).

Update: Inmiddels ontmoette ik Elena Katishonok in Amsterdam. Een verslagje daarvan vindt u hier