(Eerste publicatie: 18-2-2013)
Schrijver John Steinbeck bezocht in 1947 met fotograaf Robert Capa de Sovjetunie. De schrijver en de fotograaf wilden nu weleens met eigen ogen zien hoe het gewone volk daar leefde en daar zo sec mogelijk verslag van doen. De gastheren van het duo namen daar een flink risico mee. Tijdens zo’n reis kan je de regie wel in handen hebben, maar wat doen die schrijver en fotograaf met hun materiaal, wanneer ze weer terug zijn in de VS, buiten het bereik van allerlei oplettende en goed geïnstrueerde kameraden?
Journalist Vladimir Tolts vond de verslagen – hij noemt ze ‘geheime dagboeken’ - die dagelijks werden opgemaakt door de begeleiders van Steinbeck en Capa. Ze bieden een fascinerend inkijkje in de wijze waarop in de tijd van Koude Oorlog en ideologisch strijdgewoel met dergelijk ‘hoog bezoek’ werd omgesprongen.
Steinbeck en Capa arriveerden in september vanuit Helsinki via Leningrad in Moskou, hun eerste pleisterplaats. Steinbeck schrijft in zijn reisverslag, A Russian Journal: “The Hotel Metropole was a rather grand hotel, with marble staircases and red carpets, and a great gilde elevator that ran sometimes. And there was a woman behind the desk who spoke English. We asked for our rooms, and she had never heard of us. We had no rooms.”
De twee zijn toevertrouwd aan het VOKS, een organisatie voor de culturele banden met het buitenland. Daar is men vreemd genoeg verrast door de aankomst van de twee Amerikanen, die uiteindelijk worden ondergebracht in het Savoy Hotel. Daar wordt het de twee duidelijk dat lang niet iedereen in Moskou heeft zitten slapen: “As time went on, Capa posted himself in the windows more and more, photographing little incidents that happened under our windows. Across the street, on the second floor, there was a man who ran a kind of camera repair shop. He worked long hours on equipment. And we discovered late in the game that while we were photographing him, he was photographing us.”
Het zijn de verslagen van VOKS-medewerkers en van de tolk Svetlana – door Capa en Steinbeck Sweet Lana genoemd - die Tolts heeft ingezien. Dagelijks werd gerapporteerd aan het Centraal Comité en het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de voortgang van de reis en de successen op ideologisch terrein. Want dat valt op: de obsessieve wijze waarop getracht wordt om vooral Steinbeck te overtuigen van de superioriteit van het Sovjet-model. Door wat hij te zien en vooral ook te horen krijgt, moet in zijn toekomstige reisverslag ”offensieve propaganda tegen de ideologie van Amerikaanse reactionaire kringen” doorklinken. Steinbeck, zo hopen zijn gastheren vurig, zal na thuiskomst de “oorloghitsers” en “anti-sovjetlasteraars” in zijn land ontmaskeren.
Waar Steinbeck ook komt, in het theater, bij een circusvoorstelling of een kolchoz, hij krijgt van de ‘toevallig aanwezigen’ steeds weer vragen over de ‘imperialistische politiek’ van de VS, en steeds weer wordt hem duidelijk gemaakt dat het Marxisme onfeilbaar is en dat de Sovjet-democratie een democratie is van een hogere orde. Steinbeck wordt er horendol van.
Wordt vervolgd.