Dina Roebina of Vera Inber - wie krijgt de mooie boekenlegger?

Er lagen flinke stapels van in de winkel, van Dina Roebina’s nieuwe boek Окна (Okna, Ramen of Vensters). Het zag er prachtig uit, met om de paar pagina’s schilderijen van haar echtgenoot Boris Karafjolov. En had ik niet zo lang geleden zo genoten van haar ‘Aan de zonnige kant van de straat’? En van een optreden van haar in Amsterdam? Ik kocht meteen twee exemplaren, voor mezelf en voor een goede vriendin.

En wat valt het nou toch tegen.

Ik ken te weinig van Roebina’s werk om Okna helemaal in perspectief te kunnen plaatsen, maar tegen ‘Aan de zonnige kant van de straat’, die bonte vertelling uit het hart van Tasjkent, steekt deze bundel bleekjes af. Geen plot, geen uitdijend verhaal, alleen schetsen, een enkele (over babka Rachil, bijvoorbeeld) geslaagd. De beschrijving van het Venetiaans carnaval, van een paar dagen Kreta …. nooit gedacht dat ik bij Roebina alinea’s vluchtig zou scannen.

In alle verhalen spelen vensters een rol, ook op alle schilderijen van Karafjolov zijn vensters afgebeeld die een extra perspectief bieden. Een aardig idee misschien, zo’n koppeling, maar de uitwerking komt geforceerd over. Heeft Roebina moeite moeten doen om háár aandeel voor het boek te leveren? Het lijkt erop. En wat het werk van Karafjolov betreft: dat wordt na een tijdje wat veel van het goede, met al dat nadrukkelijke rood en telkens weer een raam.

Ik sloeg Okna dicht en begon, niet erg optimistisch, aan Смерть Луны (De dood van de maan), een bundeltje verhalen van Vera Inber uit de jaren twintig en dertig. En kijk nou, na drie pagina’s was ik verkocht. Een prachtig verhaal over de Moskouse kleermaker Emmanuel Solovej met zijn jaloerse vrouw Roza. Een actrice komt kleding bestellen. Emmanuel moet – hij kan het ook niet helpen - haar maten opnemen. Taille, boezem, hij noemt de maten, Roza schrijft ze zwijgend op…

Inber (1890-1972) is vooral bekend als dichter. Ze verwierf faam tijdens het beleg van Leningrad en maakte later deel uit van het literaire Sovjet-establishment, met al zijn minder aangename kanten. In deze vroege verhalen, levendig en kleurrijk, is van enige ideologische zwaardoenerij nog niets te merken. Ze komen in de buurt van het werk van Michaïl Zosjtsjenko.

Voor zo’n boek, hoe klein ook, haal ik mijn verzameling boekenleggers tevoorschijn en zoek ik een extra mooie uit.