siberië

‘Velen zijn geroepen ...’ - Aleksej Ivanov schrijft adembenemend epos over Siberië onder Peter de Grote.

------------------


Tobolsk, ten tijde van Peter de Grote. Matvej Petrovitsj Gagarin, gouverneur van Siberië, behandelt met zijn secretaris vragen en smeekschriften van burgers. 

- In Isjim hebben ze een Oudgelovige koopman gedwongen geschoren, en hij heeft zijn afgeknipte baard bewaard achter een icoon. Afgelopen herfst hebben ze hem begraven, maar ze zijn vergeten om zijn baard in de kist te leggen. Ze vragen wat ze moeten doen.
- Mijn hemel, zuchtte Matvej Petrovitsj. – Laten ze die baard met een kaars verbranden, met een bijpassend gebed.

Gouverneur Matvej Petrovitsj Gagarin is een van de vele personages die  het overweldigende boek Tobol. Mnogo Zvanych (Tobol. Velen zijn geroepen) van Aleksej Ivanov bevolken. Hij is de machtigste man ten oosten van de Oeral, maar te midden van talloze intriges en corruptienetwerken is Gagarin uiteindelijk net zo onzeker van zijn zetel als de ambtenaren, handelaren, douaniers, officieren en gewone burgers die hem in Tobolsk, stad aan de monding van de Tobol, omringen.    

Aleksej Ivanov (foto Yuliya Zaytseva -licensed under CC)

Aleksej Ivanov (foto Yuliya Zaytseva -licensed under CC)

Ivanov is een van de succesvolste en productiefste schrijvers van dit moment in Rusland. De Oeral is zijn hoofdonderwerp, maar voor Tobol. Mnogo Zvanych verplaatste hij de handeling verder naar het oosten. Dat was niet op eigen initiatief. Hij kreeg het verzoek om het scenario te schrijven voor een tv-serie over Semjon Remezov, een architect, cartograaf enkroniekschrijver uit Tobolsk. Hij aanvaardde de opdracht, omdat hij begreep dat er voor hemzelf en passant een boek uit zou rollen. Het eerste deel daarvan, Tobol. Mnogo Zvanych, zo’n zevenhonderd pagina’s dik, verscheen het afgelopen jaar.

Dat een scenario voor een tv-serie (een ‘gewone’ film zit ook in het vat) aan het boek ten grondslag ligt, is voortdurend merkbaar. De wisselingen van perspectief zijn bijna niet bij te houden en de verhaallijnen zijn talrijk. Dat kan een recept zijn voor een onnavolgbare warboel, maar niet bij Ivanov. Zijn beheersing van het plot is meesterlijk en regelmatig doet hij je naar adem happen. De wendingen zijn vaak meer dan verassend, maar blijven geloofwaardig.

Ivanov vindt dat de moderne Russische literatuur te veel op Moskou is gericht. Dat leidt volgens hem tot een culturele verarming. In Siberië heeft hij in elk geval een schatkamer aan volken, legendes en historische gebeurtenissen en personages tot zijn beschikking, waar hij vol overgave uit put. Zweedse krijgsgevangen, inheemse tajga-bewoners, sjamanen, kooplui uit Boechara, verbannen Oudgelovigen, orthodoxe missionarissen, bontjagers, Chinese afgezanten, burgers en buitenlui … Ivanov knoopt alles samen tot een prachtig epos. Daarbij heeft de lezer wel wat geduld nodig. Ivanov verliest zich af en toe, vooral in de eerste hoofdstukken, in etnische beschrijvingen, en ook zijn herhaald teruggrijpen op sagen en legendes (Vikingen en Skythen komen voorbij) komt de vaart niet ten goede. Ook het Russisch is niet eenvoudig. “Voor sommigen zal het boek ondoordringbaar zijn als de Siberische tajga. Maar  een beetje geduld, en dan opent het voor u zijn gulle hart”, zo las ik in een recensie.

Zelf heb ik weinig op met sagen, legenden en sprookjes. Inheemse volken met hun verering van goden, voorouders en voorwerpen, het boeit me doorgaans niet. Bij Ivanov boeit het me plots wel. De inheemse stammen die langs de Tobol en verder weg in de Tajga leven, zijn in Tobol. Mnogo Zvanych volwaardige deelnemers aan het verhaal. De confrontaties met de Russen en de islamitische kooplui uit Boechara verlopen meer dan eens gewelddadig, maar de vaak weerloze inheemse bevolking is bij Ivanov veel meer dan enkel slachtoffer. Hun door bijgeloof gestuurde handelingen zijn een belangrijk onderdeel van het plot en zijn soms levensgevaarlijk voor de Russen. 

Ivanov ziet architect Remezov als centrale figuur. Bij hem en zijn familie komen inderdaad veel verhaallijnen samen, maar voor mij is gouverneur Gagarin de boeiendste persoon. Hij torent schijnbaar boven alles en iedereen uit en houdt de boel in Tobol zo goed en zo kwaad als het gaat bijeen. Corruptie is daarbij het kernwoord. Met de komst van Gagarin – hij komt aangevaren over de Tobol – begrijpt iedereen die bij de pelshandel is betrokken dat er onzekere tijden aanbreken. Geen functionaris is meer zeker van zijn ‘warme’ plekje, geheime handelsroutes (om de douane heen) kunnen verraden worden. Iedereen weet zich schuldig.

Dat geldt ook voor Gagarin zelf, al is hij ervan overtuigd dat er zonder die corruptie weinig van de grond zou komen. Zijn streven naar persoonlijke verrijking ziet hij als een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van Siberië. “De schatkist is voor hem gewoon een bank die renteloze leningen verschaft”, zegt Ivanov in een interview. In het nog te verschijnen tweede deel, aldus Ivanov, moet Gagarin zich verdedigen tegenover Peter de Grote, die hem beschuldigt van diefstal. De gouverneur zegt dan: “Ik heb uit de put geschept die ik zelf heb uitgegraven.” Dat “scheppen uit de put” levert in elk een van de mooiste episodes op uit Ivanovs boek. Om de diefstal van bont te maskeren voor een erg actieve inspecteur, moet Gagarin de staatsvoorraad bontvellen ongemerkt zien aan te vullen. Het gebouw waar de voorraad ligt, is door de inspecteur op slot gedaan. Gagarin heeft het geluk dat even daarvoor een fanatieke groep gevangen Oudgelovigen een tunnel heeft gegraven en zo uit het gebouw heeft weten te ontsnappen. Via diezelfde tunnel, maar dan in omgekeerde richting, vult Gagarin de bontvoorraad aan. De diefstal is uitgewist, de boeken kloppen weer.

Het lijkt erop dat Gagarin zijn hand overspeelt door een slinkse deal te sluiten met een Chinese afgezant. Komt die deal uit, dan helpt geen enkele slimmigheid meer, dan gaat, op z’n minst figuurlijk, z’n kop eraf. De uitkomst zal te lezen zijn in het tweede deel, getiteld Tobol. Malo izbrannykh. (Tobol. Weinigen zijn uitverkoren). Het zal ook weer honderden pagina’s dik zijn. Kom maar op!

----------------

- De titels van de twee delen verwijzen naar Mattheüs 22:14: Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

- De drie illustraties hierboven zijn impressies van Sergej Alibekov voor de genoemde film.

- Over de cruciale rol van de bonthandel in Siberië in vroeger eeuwen schreef ik eerder een stukje.

Hoe met de Franse Opéra en een kilometer aan aquarellen de Transsiberische Spoorlijn werd gepromoot - 2

---------------

Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs waren maar liefst twee panorama’s te zien waarmee Rusland de Transsiberische Spoorlijn onder de aanbracht bracht. Voor de ontwikkeling van Siberië waren buitenlandse investeerders nodig en de tot de verbeelding sprekende spoorlijn (in 1900 nog niet voltooid) was een uitstekend uithangbord. Beide panorama’s waren ondergebracht in het Pavillion de l’Asie russe et de la Sibérie.

De bezoekers van het paviljoen konden plaatsnemen in een wagon, waarna voor de ramen met behulp van schuivende panelen de illusie werd gewekt van een voorbij glijdend Siberisch landschap. (Zie deel 1.) De beschilderde panelen zullen artistiek van weinig waarde zijn geweest, al valt dat niet meer met zekerheid te zeggen; ze zijn niet bewaard gebleven. Artistiek interessanter was in elk geval het tweede panorama, dat bijna een kilometer aan aquarellen besloeg, en dat wel bewaard is gebleven. Het bevindt zich in de Hermitage in Sint-Petersburg.

De aquarellen, die enigszins naïef aandoen, zijn het werk van Pavel Pjasetki (1843-1919). Bij elkaar vormden ze met 940 meter het langste schilderij ter wereld. De bezoekers hoefden al die meters niet zelf af te leggen. Ze konden plaatsnemen voor een kist van een halve meter hoog en enkele meters lang. Daarin werden de aquarellen, verdeeld over acht rollen, voor het publiek afgedraaid.

Pjasetski toont hier een eerder panorama, dat van de Trans-Kaspische Spoorlijn.

Het complete panorama telde negen rollen en toonde landschappen, bruggen en steden vanaf de Wolga tot aan de Stille Oceaan. De laatste, negende rol, met het traject vanaf het Bajkalmeer tot aan Vladivostok, was ten tijde van de Wereldtentoonstelling in Parijs nog niet klaar. Het werk aan het panorama was namelijk niet helemaal gladjes verlopen. Pjasetski, behalve schilder ook arts, kreeg de opdracht voor de aquarellen van de directie van de Transsiberische Spoorlijn. Er ontstond een conflict over het honorarium, waarna tsaar Nicolaas II de betaling van Pjasetski voor zijn rekening nam. Vanaf 1894 was de kunstenaar op verschillende plekken getuige van de aanleg van de spoorlijn. Hij had een fiets bij zich om in de omgeving schetsen te kunnen maken. Later kreeg hij dankzij de bemoeienissen van de tsaar een eigen atelierrijtuig.

Pavel Pjasetski op de fiets

Brug over de Ob

Omsk

Spoorbrug bij Omsk in aanbouw

De aanleg van het spoor

Luxe wagon 'opengeklapt'. 

Kapel aan boord


Psjasetski had eer van zijn werk. Het panorama, dat hij in Parijs zelf bediende, werd door de jury van de Wereldtentoonstelling beloond met een gouden medaille. Zelf ontving hij de Légion d'Honneur. De aquarellen, die ook nog getoond werden op de Wereldtentoonstelling van 1904 in het Amerikaanse St.Louis, belandden uiteindelijk in de Hermitage in Sint-Petersburg. Daar werden ze begin deze eeuw gerestaureerd en in 2007, ter ere van het 170-jarige bestaan van de Russische spoorwegen, tentoongesteld in het Vitebsk Station. Het is bijzonder ergerlijk dat ik die tentoonstelling, ook nog eens in het mooiste station van Sint-Petersburg, compleet heb gemist.   

Medewerksters van de Hermitage met de negen rollen van Pjasetski's panorama

Hier deel 1.

Bronnen:

- Фритьоф Беньямин Шенк - Поезд в современность (Moskou, 2016), een vertaling van: Frithjof Benjamin Schenk -  Russlands Fahrt in die Moderne (2014).
- Arjan den Boer – Panorama Transsibérien (2014).

(Wie, enthousiast geworden door bovenstaand artikel, meer wil weten over de twee genoemde panorama's: kijk uit voor de informatie op Wikipedia. Beide worden daar op wonderbaarlijke wijze samengevoegd tot één geheel. De schilder Pjasetski wordt aangezien voor de maker van het door Wagons-Lits geleverde panorama en de 'passagiers' zien volgens Wikipedia vanuit de trein zíjn aquarellen voorbijkomen. Dat klopt niet.)  

Hoe met de Franse Opéra en een kilometer aan aquarellen de Transsiberische Spoorlijn werd gepromoot - 1

------------------

De brug over de Jenisej

Moskou keek niet op een paar centen, toen in 1900 in Parijs de Transsiberische Spoorlijn gepromoot moest worden. Ondernemingsgezinde politici, aangevoerd door minister van financiën Witte, zagen Siberië als toekomstige transitzone voor internationale handel. De economische ontwikkeling van het gebied ten oosten van de Oeral stond hoog op de agenda en Westerse investeerders moest worden duidelijk gemaakt dat er in Siberië, met zijn vele grondstoffen, grote kansen lagen. De Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs bood daartoe een uitgelezen mogelijkheid, met de Transsiberische Spoorlijn (nog niet voltooid in 1900) als aanlokkelijk visitekaartje.

Bezoekers van de Wereldtentoonstelling kregen in het Pavillon de l'Asie russe et de la Sibérie twee indrukwekkende panorama’s voorgeschoteld – betere reclame voor Rusland als ontluikende technologische en industriële grootmacht was nauwelijks denkbaar. Het grootste van de twee panorama’s kwam tot stand in samenwerking met het Belgische Wagons-Lits, het kleinere, een lange reeks aquarellen, was het werk van de schilder Pavel Pjasetski. ‘Kleinere’ is overigens relatief; Pjasetski’s aquarellen besloegen een kleine 1 kilometer aan doek.

Het panorama van Pjasetski (waarover meer in deel 2) is bewaard gebleven, dat van Wagons- Lits helaas niet. Het Belgische bedrijf trakteerde de bezoekers op een ware – in modern Nederlands – experience. Er waren vier zeer luxueuze wagons neergezet, waarmee Wagons-Lits ooit (het zou er nooit van komen) passagiers over de verre spoorlijn zou vervoeren. Twee daarvan waren uitgerust als restaurants-op-wielen, en daar kon het publiek genieten van een virtuele reis over de Transsiberische Spoorlijn. Nadat de stationsbel drie keer had geluid, kwamen voor de ramen een aantal panelen in beweging, die het effect gaven van een voorbijschuivend landschap. De panelen waren het werk van Marcel Jambon en Alexandre Bailly, twee decorschilders van de Parijse Opéra. Tussen een langzaam bewegend achtergronddoek en een sneller doek op de voorgrond met stenen en zand, bewogen twee panelen met landschappen. Na de ‘reis’, die drie kwartier duurde, stapten de bezoekers uit op een ‘perron’ in Peking. Dat zo’n treinreis naar de Chinese hoofdstad nog helemaal niet mogelijk was, mocht de pret niet drukken.

Het panorama van Wagons-Lits

Ook met de fraaie wagons van Wagons-Lits kregen de bezoekers een iets te positief beeld voorgeschoteld. Het bedrijf verzorgde in die tijd al reizen met luxe wagons naar onder meer Sint-Petersburg, Moskou, Riga, Charkov en Kiev, maar die rijtuigen waren niet zo luxe als de wagons op de tentoonstelling in Parijs. De werden uitsluitend verhuurd aan welgestelde privé-personen, zoals de Amerikaanse familie Vanderbilt.  

Model van de spoorbrug over de Jenisej

De presentatie werd een groot succes. Het Comité van de Siberische Spoorlijn, samen met het ministerie van Transport verantwoordelijk voor de opzet, kon na afloop van de zeven maanden durende tentoonstelling een selectie overleggen van duizend artikelen uit 395 buitenlandse kranten, gewijd aan de spoorlijn achter de Oeral. De lijn werd daarin niet alleen belicht als (toekomstige) reismogelijkheid, ook de technische aspecten van de aanleg, door vaak moeilijk terrein, kwamen ruimschoots aan bod. Een extra reden voor trots was de gouden medaille die werd toegekend aan het ontwerp van de spoorbrug over de Jenisej, bij Krasnojarsk, van ingenieur  Lavr Proskoerjakov.

--------------------

Hier deel 2.

Bronnen:

- Фритьоф Беньямин Шенк - Поезд в современность (Moskou, 2016), een vertaling van: Frithjof Benjamin Schenk -  Russlands Fahrt in die Moderne (2014).
- Arjan den Boer – Panorama Transsibérien (2014).

(Wie, enthousiast geworden door bovenstaand artikel, meer wil weten over de twee genoemde panorama's: kijk uit voor de informatie op Wikipedia. Beide worden daar op wonderbaarlijke wijze samengevoegd tot één geheel. De schilder Pjasetski wordt aangezien voor de maker van het door Wagons-Lits geleverde panorama en de 'passagiers' zien volgens Wikipedia vanuit de trein zíjn aquarellen voorbijkomen. Dat klopt niet.)  

De beste - of in elk geval de leukste - reisgids over de Transsiberië Express

gids Transsibirië Ekspress

Op de eerste pagina was ik al verkocht: het reisverslag van Katja Goesjtsina, met meer tekeningen dan tekst, is een kunstwerkje en maakt alle andere gidsen over de Transsiberië Express overbodig - als u Russisch leest, tenminste.

Ik reisde twee keer met de trein van Moskou naar Vladivostok, maar hoe lang is dat al niet geleden? Met haar liefde voor reizen en Rusland, die van de bladzijden afspringt, dwingt Katja me bijna om spoedig voor een derde keer aan boord te gaan. Wat laat ze dan allemaal zien? Niks bijzonders, eigenlijk. Neem die eerste pagina. Wat ze zoal meeneemt (сланцы, mooi woord: slippers), wat ze zoal ziet (15 km van Moskou: eindeloze rijen garages) en natuurlijk die mooie houdertjes voor de theeglazen.
 

illustraties gids spoorlijn Siberië

Belangrijke informatie over de stop op het station van Vladimir (210 km van Moskou): die duurt 23 minuten. Daarin kun u twee sigaretten roken, luisteren naar de verhalen van de wagonmevrouw (provodnitsa mag u nooit vertalen met conductrice), een beetje rondkijken en kennismaken met de nieuwe reisgenoten in uw coupé. Let ook op het mooi opgerolde dekentje rechtsboven.
 

gids Russische trein Transsiberië

God verhoede, schrijft Natasja, dat iemand in de coupé een gitaar bij zich heeft. En ze heeft gelijk. U krijgt het standaardrepertoire te horen, wat leuk is voor een avond, maar niet als u – samen met die gitaar – nog door moet tot Vladivostok. De regeltjes tekst zijn citaten uit liedjes van Leps (die wat mij betreft – ik houd het beschaafd - zijn stem mag verliezen), Tsoi, Masjina Vremeni, Oblomov, natuurlijk Krug en Gorodnitski. Meer muziek onder aan dit stukje – let u hier vooral nog even op het belangrijkste verschil tussen business en economy class: de omvang van het stuk chocola op het menu. Het meisje op het kleine stukje kijkt terecht niet erg vrolijk.

De laatste regels links komen trouwens van de wagonmevrouw: de aankondiging dat we bijna bij Tjoemen zijn, dat we in een 'sanitaire zone' zitten en dat de WC daarom op slot gaat. Geeft u toe: dat hebt u een conductrice  nog nooit horen zeggen. 

--------

Op een van de bladzijden tekent Katja kleine stationnetjes, op de bladzijde ernaast staan coupletjes uit het liedj Kleine stations van Rusland. Een alleraardigst lied, dat ik niet kende. Tot mijn verbazing is het bijna nergens te vinden, ik kwam alleen deze versie tegen. Krakkemikkig qua geluid, maar charmant. Driewerf hulde!

 

Van de liedjes die bij Katja voorbij komen, hebben er nog een paar de trein als thema. Zoals Vladimirski Tsentral van Michail Krug - daar is mijn vriend weer.  Over hem schreef ik eerder uitgebreid. Verder citeert ze nog uit Разговор в поезде/gesprek in de trein van Masjina vremeni, maar ik beperk me hier even tot Magadan van Vasja Oblomov. Vreemd ik daar niet eerder over heb geschreven. Ik zou daar ettelijke alinea’s aan kunnen wijden, maar dat leidt te veel af van Katja Goesjtsjina’s prachtige gids. (Ik merk alleen nog even op dat zelfs in dit lied Michail Krug nog wordt genoemd.):  

--------

Katja Goesjtsjina

Katja Goesjtsjina

Katja Goesjtsjina komt uit Nizjni Novgorod en studeert aan een grafisch designopleiding in Moskou. Haar schetsboek over de Transsiberië Express is een project uit haar eerste jaar. Misschien moet ik haar eens suggereren om naar Nederland te komen en een treinreis te maken van Den Helder naar Eijsden. En daarna van Roodeschool naar Vlissingen, want anders gaat het veel te snel en krijgt ze haar schetsboek misschien niet vol.  

Het literaire lef van Roman Sentsjin: schrijven over verdronken dorpen in Siberië – het onderwerp van zijn voorganger Valentin Raspoetin.

----------------------

De Jenisej

“Was Rusland alleen op deze aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden”… Het is de wrangste zin in het pakkende boek Zona zatoplenija (Зона затопления) van Roman Sentsjin. Sentsjin laat de zin uitspreken door schrijver Valentin Raspoetin, oud en der dagen zat, tijdens een bezoek aan een gedoemd Siberisch dorp. De bewoners worden min of meer weggejaagd, ze moeten wijken voor het stuwmeer van een nieuwe waterkrachtcentrale in de rivier de Jenisej.

Valentin Raspoetin baarde in 1976 opzien met zijn boek Afscheid van Matjora, over exact hetzelfde onderwerp: een Siberisch dorp dat onder water verdwijnt door de bouw van een stuwdam. In tijden van heilig geloof in de onderwerping van de natuur, was zijn stem in de Sovjetunie een opvallend en hoopgevend tegengeluid. De Siberische schrijver werd door menig intellectueel op het schild geheven als geweten der natie, als beschermer van een bedreigde dorpscultuur, als hoeder van Siberië en de Russische ziel.

Ook al zijn we inmiddels veertig jaar verder - je moet maar durven: een boek schrijven dat iedereen meteen naast dat van je illustere voorganger zal leggen. Doorstaat Sentsjin die vergelijking? Glansrijk.

Sentsjin (over eerder werk van hem schreef ik hier en hier) draagt Zona zatoplenija – hij kon moeilijk anders – op aan Valentin Raspoetin. Hij noemt zijn voorganger vervolgens pas op een van de laatste pagina’s bij naam, maar wanneer eerder in het boek een groepje schrijvers (in 2009) een van de bedreigde dorpen bezoekt, is duidelijk dat ook Raspoetin daarbij is. “Onder hen was ook die ene, die indertijd, in de periode van het ontwikkeld socialisme met zijn nationale, door het hele volk gedragen voorrangsbouwwerken, een boek schreef over het onder water zetten van zijn geboortegrond, in dezelfde streek, aan dezelfde rivier.”

Valenin Raspoetin

Valenin Raspoetin

Roman Sentsjin

Roman Sentsjin

Ik herlas Afscheid van Matjora, en eerlijk gezegd: waar ik het boek ooit gretig verslond, viel het me dit keer niet mee. Vaak nogal zwaar is Raspoetins symboliek en iets te veel neigt hij naar de verheerlijking van het boerenleven en van de eenvoudige, maar wijze dorpelingen. Al levert dat wel één van de scherpste observaties op van het boek, uit de mond van de bejaarde Darja. Die voegt een jongen enthousiasteling toe: “Je hebt het over machines. Dat machines in dienst van jullie werken. Ja, ja. Die werken allang niet meer voor jullie, jullie werken voor die machines.”  

De stijl van Sentsjin is aanzienlijk harder en directer dan die van Raspoetin. (Denk aan de film Leviathan van regisseur Zvjagintsev en u krijgt een idee.) Dat komt mede door zijn invalshoek. Schreef Raspoetin in de jaren zeventig vooral over de teloorgang van eeuwenoude Russische waarden, bij Sentsjin gaat het nog meer over de hopeloze strijd van het machteloze individu tegen onverschillige bureaucraten en politici. Zijn het bij Raspoetin vooral ouderen die het onderspit delven, bij Sentsjin worden ook dertigers en veertigers gebroken en geknakt.

En waar Raspoetin een punt zette – bij het afscheid van Matjora – gaat Sentsjin verder. Hoe vergaat het de verdreven dorpelingen in hun nieuwe, stedelijke omgeving? Hun ontheemding wordt pijnlijk duidelijk beschreven. Eén van hen, Aleksej, las Afscheid van Matjora als scholier. Het maakte weinig indruk. Hij las het boek nogmaals toen het lot van zijn eigen dorp bezegeld was. En nu trof het hem diep. Hoe was het mogelijk dat na zó’n waarschuwing de tragedie zich herhaalde, langs exact dezelfde lijnen. Hoe was het mogelijk dat de president de oude schrijver (Raspoetin) een onderscheiding overhandigt en met dezelfde hand het decreet ondertekent voor de bouw van nog een stuwdam. En Aleksej herinnert zich zijn onderwijzeres op school, die zo vaak had gezegd: “Literatuur leert ons lessen. Literatuur leert ons hoe het moet en niet moet, wat goed is en wat slecht.”

Valentin Raspoetin overleed eerder dit jaar. Of hij het boek van Sentjsin nog gelezen heeft, weet ik niet. Heeft hij dat wel, dan moet dat, op zijn levensavond, een bittere ervaring zijn geweest. Zijn literaire strijd blijkt vergeefs te zijn geweest en hij wordt weggezet als iemand die het contact met het volk heeft verloren – wat voor een Russische schrijver een hard oordeel is.

Aleksej was zelf aanwezig bij het bezoek van Raspoetin aan zijn dorp. Het was zijn laatste hoop geweest. Had Raspoetin zich solidair verklaard, zich bij de dorpelingen aangesloten en gezegd: ik blijf bij jullie en ga hier niet weg! … Misschien, misschien was die stem nog van invloed geweest. Maar de oude schrijver zei iets heel anders. Wanneer een oude bewoonster van het dorp uitroept: “Het is een bezetting! De vijand is gekomen!”, antwoordt hij: “Dat is niet het punt. Was Rusland alleen op de aarde geweest, dan hadden we dit kunnen vermijden. Maar er was zo’n wedloop gaande, wat konden we doen?” En Raspoetin stapt op de boot en vaart weg.

De onderwerping van de natuur om Rusland sterk en machtig te maken voor de wedloop met de boze buitenwereld … Raspoetin verspeelde de afgelopen jaren veel van zijn sympathie onder de liberale intelligentsia door nationalistische sympathieën. De manier waarop Sentsjin hem ten tonele voert en aan het woord laat, vormt bijna een afrekening. Aleksej hoort Raspoetin ook nog op tv praten, over “het volk”, dat zich heeft teruggetrokken en moe is. “Het volk is niet moe!", roept Aleksej naar de tv. “Het is de weg kwijt! Wat hadden we kunnen doen? Zeg het!”        

Valentin Raspoetin Matjora Russische literatuur Siberië

----------------------

Zona zatoplenija (zatoplenija = inundatie) en Afscheid van Matjora vormen samen natuurlijk een prachtig onderwerp voor een literaire studie. Hierbij nog wat thema’s die daarbij aan bod kunnen  komen – en die ik hier verder buiten beschouwing laat, want dit is een simpel weblog en dit stuk is al behoorlijk aan de lengte:

- De symboliek van de begraafplaats bij Raspoetin en Sentsjin
- De natuurbeschrijvingen bij Raspoetin en en Sentsjin
- “In Rusland is een schrijver meer dan een schrijver.”

Er is trouwens nog een boek dat zich in dit verband nadrukkelijk opdringt: Volja volnaja, van Viktor Remizov. Siberië, natuur/milieu, de machteloze dorpeling … Maar dat wordt alles bij elkaar misschien wat veel van het goede.

Tenslotte merk ik nog even op dat in Zona zatoplenija, net als in Volja volnaja én in de film Leviathan, de muziek van Michail Krug voorbijkomt. Тенденция, однако!

Aanvulling: Ik vergat in bovenstaand stukje, vreemd genoeg, te vermelden dat Sentsjins boek gebaseerd is op gebeurtenissen rond de bouw van de waterkrachtcentrale van Bogoetsjansk. En mocht u nog niet overtuigd zijn dat het boek de moeite waard is, leest u dan ook even deze Russische recensie

Met ‘Volja volnaja’ schreef Viktor Remizov de literaire tegenhanger van de film Leviathan

Wie de film Leviathan de moeite waard vond en het Russisch machtig is, mag Volja volnaja van Viktor Remizov niet ongelezen laten. De overeenkomsten tussen film en boek zijn groot, zo groot dat je af en toe denkt: wie heeft hier bij wie leentjebuur gespeeld? Maar die gedachte kan meteen terzijde worden geschoven. Film en boek weerspiegelen simpelweg dezelfde realiteit: een genadeloze, gecorrumpeerde macht die geen tegenstribbelende individuen duldt. Je hoeft als Rusissche schrijver of filmer geen leentjebuur bij elkaar te spelen om met een dergelijk panorama voor de dag te komen. Het materiaal ligt rondom voor het oprapen.

Net als de film Leviathan speelt ook het boek Volja volnaja zich af ver, ver weg van Moskou, in een dorp en de tajga in het Verre Oosten. En ook hier worden de ‘verticale tentakels’ van de machthebbers in het centrum gevoeld.

Viktor Remizov tajga corruptie politie Russische Rusland Siberië literatuur

In het dorpje Rybatsji tiert de schaduweconomie welig. Illegale handel in kaviaar en pelzen levert de lokale vissers en jagers een behoorlijk inkomen op, twintig procent van de opbrengst gaat naar de politie – iedereen tevreden. Totdat een overijverige, op promotie beluste agent (met de zeer onaangenaam klinkende achternaam Gnidjoek) het evenwicht verstoort.

Een bijna-botsing met dorpsbewoner Stepan Kobjak, die een lading kaviaar vervoert, loopt uit de hand. Gnidjoek staat op zijn strepen, er vallen schoten en Kobjak vlucht de tajga in. De chef van Gnidjoek, die weet hoe in het dorp de hazen lopen, probeert de zaak te sussen. Hij heeft trouwplannen en overweegt om met zijn vergaarde kapitaaltje naar het zuiden te verhuizen. Gnidjoek ziet opeens een prachtkans om zijn lankmoedige chef pootje te lichten. Hij meldt de  ‘misstanden’ bij de regionale autoriteiten, daar komen lijntjes uit Moskou samen (vis- en jachtlicenties zijn goud waard, de corruptie is net zo verticaal georganiseerd als de macht) en uit de hoofdstad komt een eenheid speciale troepen om Kobjak op te sporen en de ‘orde’ te herstellen.

Remizov schrijft iets te veel in sjablonen. Alle karakters die je in een dergelijk verhaal mag verwachten, komen keurig langs: de eerlijke jager, de filosoof, de Tsjetsjenië-veteraan, de rijke stedeling met heimwee naar de natuur, de agent met een knagend geweten … En steeds weer: drank, drank, ontzettend veel drank, net als in Leviathan. Eveneens in overvloed aanwezig – ook weer net als in de film: de ongenaakbare natuur. Remizov toont zich in de beschrijving daarvan geen Toergenjev, maar maakt toch invoelbaar dat een dergelijke robuuste omgeving een bepaald soort mens voortbrengt, behept met een scherpe hang naar vrijheid. (De titel, Volja volnaja – ik waag mij niet aan een vertaling - verwijst naar die vrijheidsdrang).

Viktor Remizov

Viktor Remizov

Wanneer er een lijstje komt van literatuur die je moet lezen om de Russische jaren tien voor je te zien, dan zal Volja Volnaja daarop niet ontbreken. Remizov kwam er in elk geval al mee op de korte lijst van de literaire prijs Bolsjaja kniga. Dat zal niet alleen vanwege de literaire kwaliteiten zijn, maar juist ook vanwege het tijdsbeeld dat het boek schetst. In de Russische media worden daar geen schijnwerpers op gericht. Volja volnaja is een voorbeeld van literatuur – een oude Russische traditie – die deze maatschappelijke rol op zich neemt.

Hier een Russische recensie. Hier deel 1 uit de tijdschriftvariant. En nog een klein detail uit het boek: op de radio komt op een gegeven moment een lied voorbij, het is – jawel - hetzelfde lied dat in Leviathan uit de autoradio klinkt: Vladimirski Tsentral van Michail Krug. Daar schreef ik hier over.)    

Norilsk in foto's van Jelena Tsjernysjova - hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden

Norilsk werd in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gebouwd door gevangenen. De gemiddelde temperatuur is er -10 graden, in de winter kan het 55 graden vriezen.

De stad ligt op de grootste voorraad nikkel, koper en palladium ter wereld. Op de lijst van meest vervuilde steden staat Norilsk op de zevende plaats. Er wonen 170.000 mensen, het is de noordelijkste stad in de wereld met meer dan 100.000 inwoners. 

 

De foto’s van Jelena Tsjernysjova laten zien hoe de mens zich aanpast aan extreme omstandigheden: 

 

Tsjernysova (Moskou, 1981) woont in Frankrijk. De foto’s in Norilsk maakte ze tussen februari 2012 en februari 2013. In 2014 won ze er de derde prijs mee van de World Press Photo Awards in de categorie Dagelijks leven. Ze noemde haar serie Days of Night / Nights of Day.  Meer foto’s uit deze serie, met ook wat uitgebreidere onderschriften, vindt u hier. Tsjernysjova’s website vindt u hier

Jelena Tsjernysjova

Jelena Tsjernysjova